Jacobs Regressie

Muisje

Forum gebruiker
Samenvatting
Kun je je voorstellen om geforceerd terug te veranderen in een peuter? Dat is het lot van de depressieve, hopeloze en suïcidale Jacob, een 22-jarige jongeman uit de US, Virgin Islands. Om zijn leven te redden ontvoert zijn therapeut, Simon samen met zijn vrouw Angelique, hem en krijgt hij een medicijn toegediend dat hem letterlijk terug transformeert naar een peuter. Dit verhaal speelt zich af in Washington en vertelt de maand waarin Jacob emotioneel en mentaal terug veranderd in een peuter.

Inhoudsopgave
Ik heb de eer gekregen om dit mooie luierverhaal te mogen vertalen.
Het verhaal, Jacobs' Regressie bestaat uit 24 hoofdstukken en is geschikt voor alle leeftijden.
De credits blijven uiteraard voor de originele auteur, CalebTheReaderWriter.

Origineel (Engels): Jacob's Regression
Auteur: CalebTheReaderWriter (Wattpad)
Vertaling: Muisje
Copyright Nederlandse versie: ABDLForum in samenwerking met auteur


Het vertalen kost tijd, dus er zal in delen hoofdstukken worden geplaatst.
Feedback of commentaar is welkom!

Veel leesplezier!

Hoofdstuk 1: Jacobs' depressie

Een dichtslaande deur in de verte schokte Jacob wakker. Terwijl hij wachtte tot het bonzen in zijn borst voorbijging, hoorde hij een schreeuw in de verte die zijn vermoedens bevestigde. Dat moeten wel de buren zijn die weer ruzie hebben. Verdorie.

De jongeman rekte zich uit en haalde zijn mobiel onder het kussen vandaan. De gepauzeerde video op het scherm herinnerde Jacob eraan dat hij de hele ochtend doorbracht met het roken van wiet en het kijken van porno om zo te proberen zijn emotionele pijn weg te masturberen. Hij veegde de ongelezen meldingen op zijn telefoon weg zonder er maar naar te kijken en gooide het apparaat naar de andere kant van het bed.

Jacob stond op het punt terug in slaap te vallen toen er op zijn telefoon een alarm afging. Hij knipte zijn ogen open en overwoog even om de telefoon, die in zijn lakens zijn gewikkeld, tegen de muur te gooien, maar besloot in plaats daarvan om met zijn handen voelende over de lakens zijn telefoon te vinden. Toen hij eindelijk het apparaat pakte, besefte hij dat het geen telefoongesprek was over een onbetaalde rekening, maar de wekker voor de herinnering die hij had opgesteld. Hij moest zijn appartement meteen verlaten als hij op tijd voor zijn therapieafspraak wilde zijn.

Hij rolde kreunend uit zijn bed. Hoewel hij afgelopen week elke dag twaalf uur sliep, was Jacob emotioneel, mentaal en lichamelijk helemaal uitgeput. De jongeman wist dat er op korte termijn geen verlichting zou komen. Morgen, de dag erna en elke dag van de volgende week, zou hij wakker worden en de cyclus van het verdrinken in zijn depressie voortzetten. Althans, dat was tenzij hij besloot er iets aan te doen.

Jacob kon niet ontsnappen aan de dwang om te fantaseren over hoeveel makkelijker het zou zijn als hij vredig in zijn slaap zou kunnen sterven. Hij was er zeker van dat het een zegen zou zijn, maar om de een of andere ondenkbare reden bleef hij gewoon wakker worden. Jacob slaakte een diepe zucht en liep naar de woonkamer van zijn kleine appartement en stak hier zijn laatste joint aan.

Hij keek om zich heen en nam de huidige staat van zijn kleine appartement in zich op. Kleding, flesjes, blikjes en verpakkingen van opwarmmaaltijden lagen verspreid over de vloer en zijn bevlekte lakens leken wanhopig een wasbeurt nodig te hebben. Die ochtend werden zijn ogen zelfs betraand als reactie op de vreselijke geur van de resterende rook in combinatie met de andere onfrisse geuren in zijn appartement, maar Jacob had niet het verlangen om schoon te maken. Hij wreef eenvoudig de tranen uit zijn ogen en trok een spijkerbroek aan die op de bank in de woonkamer lag en schuifelde terug naar zijn slaapkamer om een hemd te zoeken.

Jacob staarde enige tijd naar zichzelf in de spiegel die boven zijn kast hing. Hij keek naar de puistjes die zijn karamelbruine huid versierden en zijn gitzwarte afro, die ongeveer vijf centimeter hoger was gegroeid dan de twee centimeters die hij normaal aanhield. Hij zag dat zijn baard nodig een trimbeurt kon gebruiken omdat de haartjes ongelijk waren en alle kanten uitstaken. Hij zuchtte en schudde zijn hoofd en viste het laatste schone shirt uit zijn kast. Hij trok het aan en liep zijn appartement uit naar de bushalte.

***

Zittend in de wachtkamer van zijn therapeut, bedacht hij hoe zinloos zijn bestaan was. Hij was tweeëntwintig jaar oud en hij had absoluut niets met hem te maken. Zonder familie, geen baan en zonder dromen, vroeg Jacob zich af wat het punt zou zijn om te blijven leven als hij absoluut niets had om naar uit te kijken. Hij was er zeker van dat verstandiger was om voortijdig zijn ellende te beëindigen.

Zijn therapeut, Simon, was een korte West-Indische man uit Trinidad van in de dertig, die hem op vakkundige wijze had bijgestaan met het verwerken van zijn verdriet nadat hij een paar jaar geleden op een tragische manier zijn familie verloor.
Tijdens de laatste sessie, vorige week dinsdag, werkten ze aan het creëren van nieuwe levensdoelen en tegen het einde van de laatste sessie was Simon blij met de progressie die Jacob boekte.

Toen Simon naar de wachtkamer ging om Jacob naar binnen te leiden, rook hij een sterke geur van wiet die van zijn cliënt afkwam en hij was meteen teleurgesteld. Van zijn ongecoördineerde stappen naar de therapiekamer, evenals zijn bloeddoorlopen ogen, Simon wist dat Jacob al zo hoog was dat deze sessie niet erg de moeite waard zou zijn. Simon besloot dat hij op z’n minst zou trachten om tot op de bodem uit te zoeken wat er is gebeurd voordat hij hem naar huis stuurde.

Nadat Jacob uiteindelijk de bank had bereikt, met een beetje hulp van Simon zodat hij niet per ongeluk iets beschadigde, legde Jacob zijn hoofd tegen de rugleuning van de bank en sloot zijn ogen.

Simon ging in zijn stoel tegenover Jacob zitten en toen de jongeman geen moeite deed om een gesprek te beginnen, riep hij hem toe.

“Jacob?”

Zijn cliënt opende zijn ogen, ging een beetje rechtop zitten en zei: “Oh heyy, hoe gaat het baas? Ik was even vergeten dat je er was.”

Ziende dat hij nu Jacobs aandacht had, leunde Simon naar voren. “Wat is er met Jacob gebeurd, waarom ben je high?”

“Ik ben stoned omdat ik dat wil zijn Simon” verklaarde hij onvermurwbaar.

Simon zuchtte. Hij wist dat het niet gemakkelijk zou zijn om directe antwoorden van Jacob te krijgen als hij in deze toestand was.

“Jacob, je besloot een jaar geleden te stoppen met het gebruik van cannabis. De laatste sessie leek je heel gelukken en hoopvol. Wat is er in de tussentijd veranderd?”

Geïrriteerd dat hij eraan werd herinnerd hoe snel zijn geluk onder hem vandaan werk gerukt, keek Jacob door het raam boven het hoofd van zijn therapeut.

“Ik ben niet langer een idioot, Simon. Nu zie ik de wereld duidelijker, dat is alles.”

“Ja Jacob, ik weet het. Nu is de wereld verschrikkelijk en alles is slecht, maar wat veranderde in je leven, waardoor je jezelf zo bent gaan voelen?”

De tweeëntwintigjarige rolde zijn ogen, leunde achterover tegen de bank en sloeg zijn armen over elkaar. Hij begon te worden en koos ervoor om te zwijgen.

Simon haalde gefrustreerd zijn hand door zijn haar. Hij wist Jacob normaal een paar uur voor de sessie les had op vrijdag, maar hij vermoedde dat hij niet was geweest in deze toestand.

“ben je vandaag naar school geweest?”

De geïrriteerde jongeman schudde zijn hoofd. “Nee, fuck school. Fuck les.”

“Fuck les? Als ik het me goed herinner, Jacob, sprak je tijdens de laatste sessie over hoe je van plan was je lessen serieuzer te nemen. dus ik zal je nogmaals vragen, wat is er gebeurd in de tussentijd?”

Jacob nam even de tijd om neergeslagen naar de vloer te kijken.

“ik ben van school getrapt, ik ben een loser die niets meer over heeft” fluisterde hij met een vleugje verdriet, te horen aan zijn stem.

Simon hield een neutrale uitdrukking op zijn gezicht, maar hij was innerlijk blij dat hij eindelijk een nuttig antwoord van de jongeman had gekregen. Hij wilder alleen nog wel wat meer details.

“Wanneer heb je dit ontdekt?”

“Ik kreeg een telefoontje en een e-mail de dag na onze laatste sessie met de mededeling dat ik van school was gestuurd.”

Simon ging een beetje rechter in zijn stoel zitten en kruiste zijn benen. Hij hield zijn aandacht gericht op het snel in beweging houden van het gesprek, wetende uit het verleden dat de medewerking van Jacob niet lang zou duren.

“Wat doe je sindsdien?”

“Oh, ik heb net gechilled, gerookt en plannen gemaakt.” Reageerde Jacob enthousiast terwijl hij zijn hoofd tegen de leuning van de bank liet rusten.

De doorgewinterde therapeut was zich ervan bewust dat Jacob dit deed om zijn emoties te verbergen. Hij zag de jongeman achteroverleunen met een glimlach op zijn gezicht. Het was bijna alsof hij opeens duizelig werd. Hij wist dat dit iets was wat Jacob alleen deed als hij zich volatiel voelde. Toch dacht hij dat hij het ijs kon breken.

“Wat voor plannen?”

Jacob glimlachte en strekte zich uit. “Laatste plannen.”

Simon wist waar dit heen ging. Na het verlies van zijn familie, had Jacob een paar keer geprobeerd zelfmoord te plegen. Voor zijn meest recente poging, liet Simon hem opnemen bij een lokaal psychiatrisch ziekenhuis. Tot Simons’ schrik was Jacob binnen een paar uur ontsnapt uit het ziekenhuis, waarna hij die avond opnieuw had geprobeerd om zelfmoord te plegen.

“Jacob, heb je plannen gemaakt om je leven te beëindigen?” Vroeg Simon direct, in de hoop om een interventie op te voeren.

Jacob rolde met zijn ogen. “Luister Simon, we hoeven de hele therapie niet overnieuw te doen.” Hij zweeg even voordat hij vervolgde: “Jij voelt je goed, ik voel me prima. Alles is oké.”

“Heb je de therapie opgegeven? Jacob dit is gewoon een ander probleem in je leven. Je kan je eroverheen zetten” Probeerde Simon hem aan te moedigen.

De jongeman ging op de bank zitten en kruiste zijn benen. “Ik ben hier eigenlijk gekomen om je te vertellen dat ik niet terug zal komen, maar ik wilde je laten weten dat ik het op prijs stelde om jou als therapeut te hebben. Je bent echt goed, beter dan de meesten.”

“Jacob, na je laatste zelfmoordpoging stemde je ermee in dat je me zou bezoeken voor een slotbijeenkomst om te bespreken wat we hebben bereikt, in plaats van gewoon te vertrekken als je ervoor kiest om te stoppen.”

Hij haalde zijn schouders op. “ik bedoel als je echt zo je tijd wil verspillen, prima ik kom wel.”

“Goed, vandaag is vrijdag. Ik zie je maandag om 18:30, schikt jou dat?”

“Ja, ik zal er zijn.” Bevestigde Jacob en stond op om te vertrekken.

Toen hij op het punt stond om uit het pand te lopen, hoorde hij Simon roepen: “Jacob, probeer op zijn minst nuchter te zijn voor de volgende sessie.”

“Natuurlijk, Simon, natuurlijk.” Antwoorde hij terwijl hij het gebouw uit strompelde richting de bushalte.

Tijdens de rit terug naar zijn appartement, beargumenteerde hij Jacob zijn zelfmoordplannen. Hij bedacht dat, omdat hij geen familie of vrienden had, het hele proces een stuk makkelijker maakte. Hij hoefde zelfs geen briefje te schrijven. Een paar jaar geleden had hij een tv-programma gekeken waarin de hoofdpersoon besloot om een einde te maken aan zijn leven op het strand met een overdosis heroïne. Jacob wilde diezelfde route volgen voor deze poging.

De jongeman had al een dealer in gedachten en was van plan om zijn elektronica te verkopen om aan genoeg te komen. Voordat hij de deur van zijn appartement opendeed, zag Jacob een uitroepteken op de deur dat bedoeld was om hem te informeren dat hij tot volgende week woensdag had om het pand leeg te maken en te verlaten.

Ze zullen in ieder geval vroeg beginnen met het opruimen.

Nadat hij de deur had opengemaakt, strompelde hij door zijn woonkamer en verzamelde alle waardevolle elektronica in een plastic zak om naar het pandjeshuis te brengen.

***

Het was laat in de avond toen Simon klaar was met zijn laatste patiënt van de dag. Hij zat in zijn kantoor en dacht aan zijn sessie met Jacob. Hij was eigenlijk niet van plan om volgende week afspraken in te plannen. In feite was de praktijk, die hij met zijn vrouw deelde, een hele maand gesloten. Het was bijna hun vijftienjarige jubileum van hun huwelijk en ze waren van plan om woensdag naar hun tweede huis in de bergen te vertrekken.
Simon kon het niet helpen, maar hij voelde zich schuldig dat hij niet kon ontdekken hoe hij Jacob kon helpen. Hij zag zoveel van zijn eigen in de jongere man. Hij herinnerde zich dat hij in hetzelfde dal als Jacob zat toen hij rond Jacobs leeftijd was, nadat hij naar de VS was geëmigreerd en familie en vrienden achterliet. Daarom aarzelde hij niet om Jacob nog een laatste sessie te zien. Nu moest hij wel de beslissing thuis aan zijn vrouw uitleggen wanneer hij thuiskwam.

***

Angelique, de vrouw van Simon, had hem altijd gesteund na de zelfmoordpogingen van Jacob. Ze wist uit eigen ervaring, als doorgewinterde therapeut, hoe moeilijk het was om schuldgevoelens te verwerken na een zelfmoordpoging van een cliënt. Toen Simon thuiskwam en haar uitlegde waarom hij van plan was om nog een sessie met Jacob te houden voordat ze naar hun vakantiehuisje vertrekken, reageerde ze ook deze keer vol begrip.

Simon en Angelique bespraken of Jacob nog steeds zijn leven zou willen beëindigen. Simon was allesbehalve dan hoopvol of de volgende sessie effectief zou zijn. Het stel keek op internet naar psychiatrische ziekenhuizen in Washington, die zich specialiseerden in het revalideren van patiënten met aanhoudende zelfmoordgedachten.

Met hun speurtocht kwamen ze uit bij een psychiatrisch ziekenhuis Sain Ives met een intensive-care afdeling voor chronisch suïcidale patiënten. De afdeling werd geleid door DR. Kelly, de hoofdpsychiater van het ziekenhuis. Ze waren met een project bezig om een nieuwe en baanbrekende behandelingsmethode te ontwikkelen, waarbij sprake was van medicijn-ondersteunende fysieke ouderdomsregressie. Dr. Kelly claimde dat, het herbeleven van de kindertijd in een gezin zonder zorgen, de enige echte remedie tegen chronische suïcidale gedachten is.

Eerder twijfelde het echtpaar over de effectiviteit van deze behandeling, maar hoe meer Simon en Angelique het programma van de behandeling doornamen, hoe meer vertrouwen ze hadden dat Jacob een goede kandidaat voor de behandeling zou zijn. Dezelfde avond nog stuurde Simon een e-mail, met relevante informatie over Jacobs situatie, naar Dr. Kelly om een afspraak te maken voor maandochtend.
 
Laatst bewerkt:

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 2: Simons interventie

Jacob bracht het weekend door met de voorbereiding op zijn zelfmoord. Hij ontmoette zijn dealer en besteedde een grote hoeveelheid cash geld aan de zuiverste heroïne die te krijgen was. Toen hij terugkeerde naar zijn appartement, verstopte hij de zak poeder in een la. Hij woonde niet in de beste buurt en hij wilde absoluut niet dat iemand het zou stelen, voordat hij dinsdag de stad zou verlaten.

Hij zou direct na zijn therapie naar de kust gaan, maar hij wist niet zeker of Simon zou proberen om hem op andere gedachten proberen te brengen. Hij hoopte dat zijn therapeut na de laatste keer zou begrijpen dat het gewoon te makkelijk voor hem was om de juiste dingen te zeggen tijdens de evaluaties. Dat is het, Jacob was er zeker van dat hij niet psychotisch was; hij had helemaal geen contact verloten met de werkelijkheid. Voor de jongeman betekende het erkennen van de realiteit dat hij accepteerde dat zijn leven gewoon verschrikkelijk was en het dan normaal was om een einde te willen maken aan zijn ellende.

Een paar keer bedacht Jacob zich dat hij maandag eigenlijk helemaal niet naar Simon hoefde te gaan, maar hij dacht dat hij hem een laatste sessie verschuldigd was voor alle emotionele steun van zijn therapeut de afgelopen paar jaar. Hoewel hij wist dat Simon betaald werd om naar hem te luisteren, kon Jacob niet ontkennen dat hij een band met hem had. De oudere man voelde meer als een soort vader, iemand die het dichtste bij een vaderfiguur kwam van zijn hele leven. 
Liggend en naar het plafond starend voelde Jacob, sinds kindertijd, eindelijk innerlijke rust. Hij twijfelde er niet aan om deze poging te laten mislukken. Al zijn andere pogingen waren meestal niet gelukt door het vele twijfelen en het maken van de beslissingen op het moment dat hij het zou doen. Dit was de eerste keer dat hij echt zijn opties overwoog en een stappenplan maakte. Nu moest hij de sessie maandagmorgen nog zonder problemen doorkomen.

***

Maandagochtend hadden Simon en Angelique een zeer informatief telefoongesprek met Dr. Kelly. De ervaren psychiater had de statistieken over het programma met hen gedeeld en ze waren onder de indruk. Luisterend naar haar woorden over de buitengewoon positieve resultaten die ze had gezien bij patiënten met soortgelijke klachten als die van Jacob, namen de laatste twijfels die ze nog hadden weg.

Het echtpaar was er zeker van dat het St. Ives de beste optie was om het leven van de suïcidale jongeman te redden. Het enige probleem was dat het ziekenhuis een paar uur rijden was en het onwaarschijnlijk was dat Jacob zich vrijwillig zou laten opnemen.

***

Al lopende vanaf de bushalte naar het kantoor merkte Jacob dat hij aandacht besteedde aan details die waar hij normaal nooit op lette. Hij zag dat de planten, die de buitenkant van het gebouw versieren, allemaal netjes waren gesnoeid. Hij hurkte voor een seconde om een grote rode bloem te bewonderen.

De tuin van zijn ouderlijk huis op de US Virgin Islands was versierd met deze bloemen in alle vormen en kleuren, omdat het zijn moeders favoriete bloemen waren. Hij streek met zijn vingers over de zachte bloembladeren en herinnerde zich hoe hij met Moederdag de tuin zou ingaan om een flink aantal bloemen te plukken, in een vaas te doen en vervolgens aan zijn geliefde moeder te geven. Toen hij de bloem uit zijn vingers liet glijden en opstond, hoorde hij een zin die zachtjes bleef echoën in zijn gedachten.

Ik zal snel weer thuis zijn, mam.

Terwijl hij zijn handen aan zijn broek afveegde en zijn emoties wegduwde, maakte Jacob de deur open voor zijn laatste sessie, maar de deur ging niet open, hij merkte dat hij op slot zat. Na een paar keer kloppen was het Angelique, de andere therapeut, die de deur openmaakte.

Angelique was een van Spaans afkomstige vrouw van middelbare leeftijd. Ze had een lichte huidskleur en soms dacht Jacob dat ze leek op de jongere versie van zijn grootmoeder, die hij op foto’s had gezien. Die avond viel het de jongeman op dat haar lange zwarte haar los zat in plaats van in een staartje, hoe het meestal zat. Ze was ook gewoon gekleed in vrijetijdskleding, dus nam hij aan dat ze die avond geen cliënten had verwacht.

“Sorry daarvoor, kom binnen, Jacob.” Ze deed een stap achteruit om de cliënt van haar man voldoende ruimte te geven om naar binnen te komen.

“geen probleem.” Hij kwam naar binnen in ging in de wachtkamer zitten, terwijl hij een boekentas op de grond naast zijn voeten zette.

“omdat je vandaag onze laatste cliënt bent, doe ik de deur alvast op slot.”

“Oké, cool.” Hij haalde zijn schouders op en zocht in zijn tas naar de powerbank om zijn telefoon op te laden.

“hoe gaat het met je?” Vroeg Angelique beleefd.

Jacob had altijd een hekel aan dit soort gesprekken, maar hij dacht dat hij net zo goed kon proberen om een goed persoon te zijn voor de korte tijd die hij nog had. Toen hij opkeek en oogcontact maakte met Angelique, antwoordde hij met een aardige toon: “Het gaat met mij, en met jou?”

“Ik voel me ook goed, bedankt voor het vragen.”

Hij zag hoe de therapeut zich omdraaide en haar kantoor binnenliep.

Jacob hoefde niet lang te wachten voordat Simon hem kwam halen.

“Jacob, kom maar.”

Jacob liep langzaam de therapieruimte binnen en bekeek de verschillende schilderijen die aan de muren hingen. Toen hij op de bank zat, kondigde hij aan: “Ik ben nuchter, zoals u had gevraagd.”

Simon glimlachte. “Dat is goed om te zien.”

Na een kort moment van stilte begon Simon: “Jacob, ik weet dat je zei dat je wilde dat dit je laatste sessie zou zijn.” Hij zweeg even voordat hij verder ging: “Wil je dat nog steeds?”

Jacob knikte en keek zijn therapeut recht aan. “Ja, ik verander niet van gedachten.”

“Dat is oké, ik ben gewoon blij dat je vandaag hebt gekozen om te komen, ik was bang dat je niet zou komen opdagen.”

De jonge man grinnikte zacht. “Hé, jij was degene die naar voren bracht dat ik in het verleden akkoord was gegaan voor een laatste sessie.”

“Dat is waar.” Gaf Simon toe voordat hij het gesprek weer op het juiste spoor zette. “Jacob, ik dacht dat we vandaag konden praten over enkele hoogtepunten van onze afgelopen sessies.”

Jacob fronste zijn wenkbrauwen en boog zijn hoofd. “Hoogtepunten? Wat bedoel je?”

“Ik zal je dan dit vragen. Je komt hier al meer dan twee jaar, waarschijnlijk nu al bijna drie jaar.” Wat denk je dat je van de therapie hebt meegekregen?”

“Oh, nou, ik heb het zelf zo lang gemaakt. Als je me dit had gevraagd toen ik zeventien was of ik mijn tweeëntwintigste jaar zou halen, na alle ellende die me is overkomen, zou ik nooit hebben geloofd dat het mogelijk was, dus ik neem aan dat iets van de therapie heeft geholpen.”

Simon glimlachte. “Je bent veel gegroeid en hebt progressie gemaakt sinds je zeventien was.” Ik weet nog dat de Jacob die ik voor het eerst ontmoette, bijna drie jaar geleden, verloren en verward was.” Hoe voel je je over wie je nu bent?”

Jacob tuitte zijn lippen. “Ik weet het niet.” Hij zweeg even en keek naar het plafond. “Ik ben niet meer in de war en ik zou niet zeggen dat ik nog verloren ben. Ik denk dat ik voor de eerste keer in mijn leven ben opgelucht.”

“Opgelucht? Wat bedoel je daarmee?”

De jongeman haalde diep adem. Hij wist dat hij voorzichtig met zijn woorden moest zijn. "Nou, nu ik zeker weet waar ik in de nabije toekomst zal zijn, is alles eenvoudiger en vrijer."

Simon leunde voorover op zijn stoel. "Jacob, waar zal je in de nabije toekomst zijn?"

Hij rolde met zijn ogen. "Kom op, je weet dat ik daar geen antwoord op kan geven, tenzij ik opnieuw uren aan mijn evaluaties wil zitten."

"Oké, Jacob" Simon gooide zijn handen in de lucht. "Omdat je duidelijk hebt besloten dat je je leven gaat beëindigen, hoe ga je het dan doen?"

"Het zal op een strand zijn, ik wil naar de zee kijken."

"Dus dat is het dan. Je geeft gewoon je toekomst op?"

"Ja, ik heb een leven lang genoeg ellende gehad."

Simon schudde zijn hoofd. "Hoe kun je niet zien hoe kinderachtig dit is, Jacob?"

Jacob spotte en keek zijn therapeut aan. “Het maakt niet uit of het kinderachtig is of niet, je bent niet mijn vader, Simon.”

"Je hebt gelijk, ik ben niet je vader, maar je kunt nog steeds een vader worden op een dag, je kunt een echtgenoot zijn, je kunt weer een gezin hebben."

"Ik had ooit een gezin en ik verloor het, ik zou dat nooit meer riskeren." Jacob vouwde zijn armen over zijn borst.

Na een paar vergelijkbare vragen van Simon die dezelfde antwoorden van Jacob opleverden, zaten de twee mannen zwijgend naar elkaar te kijken. Noch Simon noch Jacob waren bereid zich aan het perspectief van de ander te onderwerpen. Er was een kwartier om, van de één uur durende sessie, toen Jacob op zijn horloge keek en vervolgens naar de deur keek en vroeg: "Zijn we hier nu klaar? Kan ik gaan?"

“Nog niet, Jacob, ik moet een paar opzeggingsformulieren voor je pakken om te tekenen. Moment.” Simon stond langzaam op en liep naar zijn kantoor.

Jacob haalde zijn schouders op en pakte zijn telefoon tevoorschijn om de aankomende bus tijden in de Bay Area in Californië te bekijken. Hij wilde niet wachten tot het te laat was om een kaartje voor de volgende avond te kopen.

Hij ging zijn kantoor binnen en liep vlak langs zijn archiefkast met de opzegformulieren. Simon ging naar de kast in zijn kantoor en haalde de doos tevoorschijn die Dr. Kelly eerder in de middag had gestuurd. In de doos zat een injectiespuit gevuld met een sterk kalmerend middel en een paar handboeien.

Angelique had in zijn kantoor gewacht, wetende dat dit het beslissend moment voor Simon zou zijn of hij de Ethische Code daadwerkelijk zou gaan overtreden. Ze was zich er ook van bewust dat als hij ervoor zou kiezen om Jacob te kalmeren, hij hulp nodig had om de jongeman lang genoeg in bedwang te houden om de intramusculaire injectie te laten werken.

"Ga je ermee door?" Vroeg ze haar man met een medelevende blik op haar gezicht.

Simon lag zijn handen op zijn bureau en fluisterde zacht: “Hij zal sterven als ik het niet doe.”

Het was een harde waarheid die hij had aanvaard op het moment dat hij zich realiseerde dat elke interventie die hij in deze laatste sessie stelde waarschijnlijk niet genoeg zou zijn om Jacob te laten besluiten om zijn leven niet te beëindigen.

Simon riep alle fysieke en mentale kracht die hij kon op en stopte de handboeien in zijn achterzak, voordat hij terugliep naar de therapiekamer met de injectiespuit, niet zichtbaar, in de hand.

Toen hij weer de therapiekamer binnenkwam, keek Jacob niet eens op, omdat hij druk aan het typen was op zijn telefoon.

Voordat Simon zijn zenuwen kon verliezen, liep hij naar Jacobs’ linkerzijde, alsof hij reikte om een losse pen van de boekenplank vlakbij de jonge man te pakken, maar pakte in plaats daarvan Jakobs bovenarm met zijn vrije hand, stak de naald in zijn arm en drukte snel de spuit leeg.

Toen Jacob voelde dat zijn therapeut zijn arm greep, was hij geschokt en spande hij zijn spieren in reactie daarop. Gedurende bijna al hun sessies hebben ze nooit fysiek contact uitgewisseld. Toen hij zich realiseerde dat een naald zijn huid doorboord had, vlogen zijn grootste angsten door zijn hoofd. Hij kon zich in zijn stoutste dromen niet voorstellen dat de zachtaardige Simon zo extreem zou zijn, anders had hij nooit nonchalant over zijn zelfmoordgedachten gepraat.

Jacob probeerde wanhopig Simon weg te trekken. Hij wist dat hij zo ver mogelijk bij zijn therapeut vandaan moest komen, voordat wat hij ook injecteerde, effect kon hebben. Hij trok zijn rechterarm terug, balde zijn hand in een vuist en bereidde zich voor om de oudere man met een enkele stomp in zijn gezicht te slaan.

Zijn vuist was maar een paar centimeter verwijderd van Simons’ gezicht toen hij voelde dat zijn armen van achteren werden gepakt en achter zijn rug werden geleid. Hij keek naar rechts en zag dat Angelique in de kamer om Simon te helpen hem in bedwang te houden. Noch de adrenaline die door zijn lichaam stroomde, noch zijn uiterste wanhoop was genoeg om de twee volwassenen van middelbare leeftijd aan te kunnen. Plots voelde hij metaal om zijn polsen en hoorde hij de klik die aangaf dat hij was geboeid.

Jacob was vol ongeloof. Hij kon niet geloven dat hij echt in de val zat. Toen de handboeien zijn armen achter zijn rug hadden vastgemaakt, legden de therapeuten hun handen op zijn schouders om hem op zijn plaats te houden.

“Simon! Wat is dit in vredesnaam?!” Schreeuwde Jacob, terwijl hij de handen van de therapeuten probeerde af te schudden.

“Het spijt me dat het zo ver moest gaan, Jacob. Toen je had bewezen dat onvrijwillige deelname aan de gemiddelde inrichting niet zou gaan werken, moest ik extremere maatregelen overwegen om je leven te redden. Morgen ga je deelnemen aan een nieuw programma in het St. Ives Psychiatrisch Ziekenhuis, een paar uur rijden vanaf hier. We zullen je daarheen brengen, maar waarschijnlijk slaap je de hele rit.

“Je verliest je licentie hiervoor. Doe dit niet!”

“Ik zal mijn licentie hier niet voor kwijtraken en ik doe dit om je leven te redden, Jacob. Maak je geen zorgen, dit programma zal goed voor je zijn. De psychiater die het programma heeft ontwikkeld, heeft met succes al andere jongeren, die in dezelfde situatie zaten als jij, gerehabiliteerd. Het komt allemaal goed. Je zal het zien.”

“Simon, kijk, ik kom terug voor een nieuwe sessie, wat je ook wil, man. Laat me gewoon gaan!”

“Jacob, jij weet net zo goed als ik dat je niet terugkomt voor een nieuwe sessie. Als ik je nu laat gaan, zal ik er alleen achter komen dat je bent gestorven. Ik weiger dat te laten gebeuren.”

“Nee, we kunnen ... we kunnen ..." De jongeman knipperde snel met zijn ogen en merkte dat hij niet in staat was om zijn gedachtegang vast te houden.

Jacob besefte dat het medicijn effect begon te krijgen. Zijn hart klopte snel en zijn visioen begon te zwemmen. Na nog een paar minuten voelde hij zijn lichaam achterover zakken op de bank. Het leek bijna alsof hij niet langer de controle over zijn spieren had; alles voelde verdoofd.

Simon en Angelique hadden de jongeman in stilte in de gaten gehouden en reageerden op het kalmeringsmiddel. Toen ze hem als een lappenpop op de bank zagen zakken, wisten ze dat hij de gevolgen van het medicijn volledig voelde.

"Ik zal je helpen hem bij de auto te krijgen als je er klaar voor bent." Bood Angelique aan.

"Ik ben klaar, laat me eerst de handboeien afdoen, dan zal het makkelijker zijn om hem op te tillen."

Zodra Simon de handboeien losmaakte, hingen Jacobs armen slap langs zijn zij. Samen wikkelde het paar elk een arm onder de schouders van de jongeman en hesen hem overeind.

Jacob flitste in en uit zijn bewustzijn, terwijl hij door het kantoor schuifelde en achterin bij hun in de auto, die geparkeerd stond op het gedeelte van de parkeerplaats dat niet zichtbaar was vanaf de weg, werd gezet.

Terwijl Angelique terugging om de deur van het kantoor op slot te doen, ging Simon zitten, maakte zijn veiligheidsgordel vast en schakelde het kinderveiligheidslot in, voordat hij de autodeur dichtdeed.

Simon ging op de bestuurdersstoel zitten, startte de motor van de auto en reed hen de parkeerplaats af en vervolgens de hoofdweg op. Het therapeutenpaar en de verdoofde jongeman op de achterbank begonnen samen met de drie uur durende rit naar het St. Ives Psychiatrisch Ziekenhuis.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 3: Jacobs' opname

Simon en Angelique brachten het grootste deel van de reis naar het St. Ives rustig door met het bewonderen van het prachtige landschap zichtbaar vanaf de autoweg. Langs de weg sierden lange en majestueuze bomen in verschillende tinten groen de rand van de weg, en toen de zon onder begon te gaan, konden ze zich verbazen over de caleidoscoop van kleuren die de lucht rondom de bergen in de verte versierde.

Op een gegeven moment had Angelique de radio in de auto aangezet en ze hadden een tijdlang naar Reggaemuziek geluisterd voordat Simon het volume lager zette.

Hij staarde recht vooruit naar de weg en onderbrak de stilte: “Denk je dat hij me ooit zal vergeven?”

Angelique boog zich naar voren om de vrije hand van haar man in de hare te nemen.

"Schat, dat weet ik niet." Ze wreef over zijn arm. “Maar we kunnen er zeker van zijn dat hij op deze manier lang genoeg leeft om een kans te hebben om je te vergeven. Dat is het enige dat telt.”

Simon knikte met zijn hoofd. Hij keek in de achteruitkijkspiegel en zag Jacobs’ borst langzaam en ritmisch bewegen.

"Op deze manier zal hij leven." Herhaalde Simon. Hij knikte weer met zijn hoofd en draaide het volume van de autoradio weer omhoog voordat hij terugkeerde naar zijn gedachten.

Toen ze dichter bij het ziekenhuis kwamen, veranderde de weergave van het landschap. Ze waren verder in het deel van Washington dat een woestijn was. Er was niet veel bevolking in dit deel van de staat, en dit werd bewezen door de amaranten, die de rand van de snelweg en tot in de verte zichtbaar, alles met lichtbruin vuil bezaaien.

Momenten nadat Angelique had zitten knikkebollen voor een snel dutje, bewoog Simon zijn ogen naar de achteruitkijkspiegel. Gedurende de rit had hij opgemerkt dat, wanneer Jacob sliep hij jonger leek en minder last had van zijn trauma’s leek te hebben. De therapeut wist altijd dat Jacob begaafd was met ongelooflijk potentieel en uitzonderlijk talent, maar de rugzak van zijn verleden belette hem altijd om zijn talenten en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen.

Hij dacht na over hoe perfect het programma op het St. Ives het belangrijkste obstakel in de voortgang van zijn cliënt oploste.

Je krijgt een tweede kans in het leven, Jacob. Deze keer zal het beter zijn.

***

Het was bijna middernacht toen het trio de afrit nam om het laatste stuk naar het Psychiatrisch Ziekenhuis St. Ives te rijden. Toen ze aankwamen ging Angelique naar binnen om bij de verpleegster achter het loket te informeren dat ze zijn aangekomen. Even later liep ze terug naar de auto, samen met iemand uit het ziekenhuis die een rolstoel voor Jacob mee nam.

De jonge man sliep nog vanwege het eerder toegediende kalmeringsmiddel. Toen de meegelopen medewerker van het ziekenhuis Jacob uit de auto en in de rolstoel tilde, hing zijn hoofd naar de zijkant. Simon en Angelique keken toe hoe hij in de rolstoel werd vastgebonden en in het ziekenhuis naar de afdeling werd geduwd.

Het paar bracht wat tijd door in de wachtkamer en vulde de intakeformulieren voor Jacob in. Ze kozen ervoor om zichzelf te benoemen als zijn contactpersonen, voor in het geval van noodgevallen, wetende dat hun cliënt geen vrienden of familie had. Toen de papieren waren ingevuld, overhandigden ze deze aan de secretaresse die hen beleefd op de hoogte bracht dat Dr. Kelly eraan kwam om hen te ontmoeten.

Het duurde niet lang voordat ze een lange blonde vrouw van in de veertig zagen die naar hen toekwam. Dr. Kelly was gekleed in een doktersjas en straalde gezag uit.

“Simon en Angelique! Het is leuk om jullie allebei persoonlijk te ontmoeten.” Dr. Kelly schudde de hand met beide therapeuten.

“Voordat we ingaan op de procedure, wilde ik opnieuw bevestigen dat jullie zeker het juiste hebben gedaan door Jacob hierheen te brengen. Hier kan hij de juiste behandeling krijgen, die zijn lijden zal verlichten.

Simon glimlachte schaapachtig. “Bedankt, het wordt gewaardeerd.”

De dokter glimlachte. “Ik weet dat we een beetje over de resultaten hebben gesproken, maar ik besefte dat ik nooit heb beschreven hoe het medicijn werkt. Ik kan je een uitleg geven als je geïnteresseerd bent.”

Angelique knikte. “Ja, alsjeblieft. Het concept van, door medicijn geïnduceerde, leeftijdsregressie is heel intrigerend.”

"Mooi! Dus het medicijn dat we voor deze procedure hebben ontwikkeld, wordt Restalsis genoemd en het werkt in drie fasen. We noemen het eigenlijk het CAP-proces en het staat voor stoppen (cessation), actief en passief. In de ophoudfase richt het middel zich op de hippocampus in de hersenen, die de ontwikkelingsinertie induceert en daarmee onmiddellijk de aanhoudende biologische groei of rijping stopt.
In het volgende stadium bindt het medicijn zich aan de receptoren in de hersenen en manipuleert de neuronen om de fysieke ontwikkeling snel terug te spoelen."

Toen de dokter even pauzeerde om op adem te komen, vroeg Simon: “Zou dit het geheim zijn om het ouder worden te beëindigen?”

Dr. Kelly wreef met haar handpalmen tegen elkaar. "We zijn er bijna. We moeten gewoon een manier vinden om te voorkomen dat het medicijn het passieve stadium binnengaat dat het cognitieve functioneren van de patiënt vermindert." In de laatste fase wordt het cerebellum getroffen door het medicijn en dit veroorzaakt emotionele regressie en geheugenverlies, vergelijkbaar met dementie. De passieve fase duurt ongeveer een maand, maar de procedure zelf wordt voltooid zodra de overgang van het actieve naar het passieve stadium plaatsvindt. "

De psychiater glimlachte naar de therapeuten die een beetje overweldigd leken door al het wetenschappelijke jargon.

“Ik weet zeker dat jullie nog vragen hebben.”

Angelique keek naar haar man en kon zien dat Simon aarzelde om zijn vraag te stellen, maar ze kende hem zo goed dat ze al zeker wist wat hij wilde vragen. Ze hield zijn hand vast en vroeg voor hem: “Zal hij pijn hebben?”

“Ik kan je verzekeren dat hij tijdens de procedure geen fysieke pijn zal hebben. We verdoven alle patiënten voordat de Restalsis wordt geïnjecteerd. Wat betreft zijn ervaring, ik denk dat het redelijk is om te verwachten hij in een slaap- waaktoestand zal verkeren, die vergelijkbaar is met wat wordt ervaren tijdens perioden van slaapverlamming. Het is gebruikelijk, tijdens de actieve fase, dat patiënten levendige hallucinaties ervaren van ervaringen uit hun kindertijd. Ik geloof dat ‘een reis door het geheugen nemen’ de anekdotische beschrijving is.

Angelique kneep in de hand van haar man. "Hoe lang zal de procedure duren?"

"Omdat het een poliklinische procedure is, zijn we meestal dezelfde dag klaar." De psychiater zweeg even en hief een vinger naar haar kin. "Hoe oud zei je ook alweer dat hij was?"

Deze keer was Simon degene die antwoordde: "Hij is tweeëntwintig."

"Oké, dat is goed. De procedure zou dan ongeveer vijf uur moeten duren, omdat hij nog relatief jong is."

De betrokken therapeut keek naar de deur waar hij zijn cliënt voorbij zag rijden. "Wat gebeurt er met hem nadat de procedure voorbij is?"

"Ik ben blij dat je dat hebt gevraagd. Dat was iets waar ik met jullie twee over wilde praten. Uit het dossier dat je met mij hebt gedeeld, merkte ik dat Jacob geen levende familieleden heeft." Ze zweeg even voordat ze verder ging. "Gewoonlijk wijzen we patiënten zonder in aanmerking komende familieleden toe aan families die onze uitgebreide screenings hebben doorstaan, maar gezien het feit dat jullie hem persoonlijk hebben binnengebracht, wilde ik vragen of jullie twee de verzorgers van Jacob wilden worden nadat de regressie is voltooid."

Simon en Angelique wisselden blikken met elkaar uit, allebei met woorden verloren.

Dr. Kelly zag de bezorgdheid van het paar en vroeg: "Zou u graag wat tijd hebben om erover na te denken? Ik kan terugkomen nadat ik een aantal tests heb voorbereid die op Jacob moeten worden gedaan."

Angelique sprak voor hun tweeën: "Ja, dat zouden we fijn vinden! Bedankt."

"Oké, ik ben zo terug."

De psychiater draaide zich om en liep richting de achterkant van het ziekenhuis om het paar even alleen te laten en de gelegenheid te geven om te bespreken of ze de verzorgers van Jacob willen worden.

***

Toen Jacob weer wakker werd, was hij duizelig en gedesoriënteerd. Toen de jongeman eenmaal iets helderder was geworden, was hij zich er meteen van bewust dat al zijn spieren stijf waren alsof hij de ergste nachtrust van zijn leven had gehad. En hij kon zich niet herinneren dat hij de avond tevoren naar bed was gegaan.

Knipperend met zijn ogen probeerde hij deze scherp te stellen om iets te kunnen zien. Aan de felle Tl-verlichting, herkende Jacob dat hij in een ziekenhuiskamer was. Hij keek naar beneden en zag dat zijn armen en benen met lederen riemen aan de zijkant van zijn bed waren vastgebonden. Ook zag hij dat hij was gekoppeld aan allerlei ziekenhuisapparatuur. Hij keek verwoed in het rond en zag dat hij in een patiënten japon was gekleed en dat zijn kleren, netjes opgevouwen op een stapeltje, op een tafel lagen aan de andere kant van de kamer.

Met de bovenkomende herinnering aan zijn ontvoering, trok hij gewelddadig aan de lederen riemen waarmee hij was vastgebonden. Hij stopte met bewegen toen de machine, die zijn hartslag controleerde, plotseling begon te piepen om iemand te signaleren om hem te controleren.

Even later kwam een verpleegster naar zijn kamer. Ze opende de deur met een vriendelijke glimlach op haar gezicht en liep naar het apparaat om deze te resetten.

“Goed om te zien dat je wakker bent, Jacob.”

Jacob draaide zich zoveel mogelijk om, om oogcontact te maken met de verpleegster. “Help me alsjeblieft, ik hoor hier niet te zijn. Dit is een vergissing.”

De verpleegster keek hem met een ernstige uitdrukking aan. “Dit is geen vergissing, meneer. De dokter is eerder langsgekomen om je dossier te controleren en enkele tests voor te bereiden.”

Jacob schudde woedend zijn hoofd. “Nee, ik smeek het je. Luister naar me, dat klopt niet. Ik heb nooit toestemming gegeven voor een behandeling, ik ben gekidnapt.”

Alsof ze niet beïnvloed werd door zijn woorden, bleef de verpleegster gewoon wat aantekeningen maken. Ze liep naar hem toe, trok zijn oogleden terug en scheen met een fel lampje in elk van zijn ogen voordat ze verdere aantekeningen opschreef.

“Het is niet nodig om jezelf te verdedigen, meneer. Eenmaal als de procedure is afgerond, neemt je nieuwe familie je mee naar huis.”

De jongeman trok wild aan de riemen. “Nieuwe familie, waar heb je het over? Mijn familie is een paar geleden gestorven. Ik ben de enige die nog over is.”

“De dokter zal morgen de procedure uitleggen. Probeer wat rust te nemen en werk jezelf niet tegen. Als je hartslag te hoog wordt, geven we je medicijnen die je helpen om te ontspannen, maar dat doen we liever niet voor de procedure van morgen, tenzij we geen keus hebben.”

Jacob kon niet eens meer een woord zeggen, voordat de verpleegster de verlichting uitzette, de kamer uitliep en de deur achter haar dichtdeed.

Bang dat hij weer verdoofd zou worden, lag Jacob stilletjes aan het bed gebonden. De jongeman was absoluut in de war. Hij begreep niet waarom de verpleegster zijn beschuldiging niet serieus zou nemen. Terwijl hij nadacht over de procedure waar ze naar verwees, voelde hij kippenvel over zijn hele lijf komen. Hij bracht de nacht stilletjes door en probeerde om een ontsnappingsplan te bedenken en wachtte angstvallig af wat de dokter de volgende ochtend voor hem in petto had.

***

Angelique en Simon waren net klaar hun overleg toen ze Dr. Kelly zagen aankomen om met hen te praten.

Toen ze dichterbij kwam, bleef ze nog even schrijven op haar clipboard voordat ze opkeek om oogcontact te maken met Simon en Angelique. “Hebben jullie al een besluit genomen?”

Het echtpaar hield elkaars hand vast en Angelique sprak voor hun tweeën: “Ja, we hebben besloten dat we graag de verzorgers van Jacob zouden willen worden.”

“Uitstekend.” Dr. Kelly glimlachte. “Ik zal onze maatschappelijk werker vragen om morgen de opties voor de zorg in de passieve fase met jullie te bespreken. De behandeling van Jacob staat morgenochtend om 10 uur gepland, dus als je hem van tevoren wilt zien, probeer dan hier voor 9 uur te zijn.”

Simon antwoordde: “We zullen hier dan zijn. Heel erg bedankt, Dr. Kelly.”

“Hier niet ver vandaan is een leuk hotel. Zorg voor een goede nachtrust. Ik zie jullie morgenochtend.”

Dr. Kelly draaide zich om en liep naar de secretaresse achter de balie om haar een paar formulieren te overhandigen.

De aanstaande ‘ouders’ verlieten het ziekenhuis en reden naar het enige hotel in het stadje, in de hoop dat er kamer beschikbaar is voor hen.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 4: Angeliques miskraam

Voor dit hoofdstuk wilde ik een inhoudswaarschuwing geven voor de flashback-scène. Deze bevat een zwangerschapsverlies en er bestaat een kans dat een lezer zo'n tragisch verlies heeft meegemaakt. Mocht dit het geval zijn, heel veel sterkte toegewenst!


Liggend op bed in de hotelkamer met zijn slapende vrouw in zijn armen, was Simon klaarwakker en angstig. Hij was bang dat hij de verkeerde beslissing had genomen door de wens van zijn vrouw, om Jacobs’ verzorgers te worden, te ondersteunen. Tuurlijk, dit was iets dat hijzelf ook wilde, gezien zijn sterke band met de jongeman, maar hij had in de eerste plaats toegezegd voor zijn vrouw, want zij komt op de eerste plaats.

Het getrouwde stel had zelf geen kinderen, maar dit was niet omdat ze het niet wilden. De reden hiervoor was dat hun eerste poging voor kinderen zo rampzalig en traumatisch was verlopen, dat het jaren kostte om de emotionele pijn te verwerken.

Een paar jaar geleden was het therapeutpaar verhuisd naar een huis aan een meer dat Angelique na het overlijden van haar vader had geërfd. Haar vader was een zeer succesvolle arts in New York en met het deel van zijn verdiende geld investeerde hij in de hele Verenigde staten in onroerend goed.

Simon en Angelique zaten toen in de periode dat ze de kliniek voor geestelijke gezondheidszorg hadden verlaten en bezig waren met de overstap naar een eigen privépraktijk. Ze waren er zeker van dat het huis in Washington de ideale locatie was om hun eigen praktijk op te bouwen.

Het echtpaar was al een tijdje bezig om zwanger te worden en op het moment dat ze aan het overleggen waren om de volgende maand een afspraak te maken bij de fertililiteitsklinkiek, besefte Angelique dat haar menstruatie te laat was. Het paar was dolgelukkig toen de zwangerschapstest positief bleek te zijn. Simon en Angelique waren verheugd om ouders te worden. Het was een onderdeel van de grote droom: Trouwen, kinderen grootbrengen en uiteindelijk samen oud worden.

Met Angeliques erfenis en het geld dat ze samen hadden gespaard, had het echtpaar zo’n goede financiële positie dat ze besloten om een jaar vrij te nemen, zodat ze zich konden voorbereiden op de nieuwe aanwinst van hun gezin.

De aanstaande ouders hadden alles gekocht ter voorbereiding op hun eerste kind. Tegen de tijd dat Angelique in haar laatste trimester was, was het huis omgetoverd in een kindervriendelijk huis. Simon had hekjes, draadloze monitoren en kinderveilige sloten geplaatst. Samen hadden ze de kinderkamer in een neutrale kleur geschilderd, want ze wilden het geslacht nog niet weten, om ervoor te zorgen dat het geslacht van de baby een verassing bleef tot de dag van de geboorte.

Toen Angelique nog maar een maand van haar uitgerekende datum af was, waren alle voorbereidingen voltooid en waren ze klaar voor de komst van de kleine. Voor de aankomende 30 dagen hadden ze een rustige planning en wachtte ze rustig af tot de geboorte van hun zoon of dochter.

Op 29 juli was Angelique een maand verwijderd van de datum dat ze was uitgerekend. Het was de dag die Simon nooit zou vergeten, 29 juli, de dag dat hij bijna alles kwijtraakte.

Simon zat op zijn kant van het bed en zapte om te kijken of er iets op TV was, wachtend tot zijn vrouw in de badkamer klaar was. Elke avond knuffelden ze en ruilden ze de afstandsbediening tussen afleveringen door, voordat ze samen in elkaars armen in slaap vielen. Het was hun avondroutine.

Toen hij haar hoorde binnenkomen riep hij enthousiast naar haar: “Schat, je gelooft niet welke show een marathon heeft vanavond! Het is Br…”

“Simon…”

Omdat Simon een betrokken echtgenoot was, ontdekte hij meteen het verdriet in haar stem. Na meer dan 10 jaar getrouwd te zijn geweest, wist hij, voordat hij precies wist wat er was, dat het ernstig was als ze deze toon zette.

Maar ook al wist hij dat het ernstig was, hetgeen Simon zag toen hij zich omdraaide, om naar Angelique te kijken, had hij niet verwacht. Een paar meter verderop had zijn geliefde vrouw moeite om te blijven staan en hield zich daarom vast aan de badkamer deur. Er liep gestaag bloed langs haar benen naar de grond, waar al een hele plas lag.

Simon liet de afstandsbediening uit zijn hand op de grond vallen, toen hij naar beneden dook om zijn telefoon te pakken. Hij rende naar haar toe en probeerde Angelique met één arm te ondersteunen om haar naar het bed te begeleiden. Ondertussen toetste hij met zijn andere hand 112 in om te bellen naar het alarmnummer.

Hij hield de telefoon tegen zijn oor en keek naar zijn vrouw. Simon deed zijn best om haar gerust te stellen: “Alles komt goed, schat.”

Tranen rolden uit Angeliques ogen. “De baby…”

Simon legde zijn hand tegen de wang van zijn vrouw en keek in haar ogen. “Daar hoef je je nu geen zorgen om te maken. We moeten nu de focus houden op jouw gezondheid.”

Hij voelde hoe het lichaam van zijn vrouw, door het hevige snikken, begon te beven. Nadat Simon het telefoontje met de hulpdiensten had beëindigd, sloeg hij zijn armen stevig om zijn vrouw en wreef zachtjes knuffelend over haar rug, terwijl ze wachtten tot de hulpdiensten arriveerde.

Toen de ambulance was aangekomen, rende Simon naar beneden om de deur open te doen en leidde de ambulance broeders naar boven, waar zijn vrouw lag.

Toen ze boven kwamen, was Angelique flauwgevallen. Het lukte zelfs de ambulancebroeders niet om haar te wekken, ze reageerde nergens op.

Simon zat achterin bij zijn vrouw in de ambulance, om hen met spoed naar het ziekenhuis te brengen. Hij keek verslagen toe hoe de ambulancebroeders wanhopig zijn vrouw in leven probeerden te houden, om haar bij de spoedeisende hulp direct voor een operatie te laten opnemen.
Toen ze bij het ziekenhuis aankwamen, moest hij wachten in de wachtkamer, terwijl Angelique snel langs de klapdeuren richting de operatiekamer werd gereden.

Simon was nog steeds in shock toen een verpleegster, met opgevouwen ziekenhuiskleding in haar handen, hem benaderde. Pas toen hij naar beneden keek, besefte hij dat zijn kleren en lichaam onder het bloed van zijn vrouw zat. Woordeloos pakte hij de kleding van de verpleegster aan en liep naar het toilet om zich te wassen en om te kleden.

Toen hij omgekleed en schoon terugkeerde naar de wachtkamer, zat hij onbewogen in een stoel. Minuten voelde als uren. Na twee hele uren kwam er eindelijk een dokter.

“Simon?”

Hij deed meteen zijn hoofd omhoog en sprong overeind, “J-Ja, dat ben ik. Is mijn vrouw - is ze in orde?”

De dokter haalde diep adem. “Simon, je vrouw leed aan een uteriene infectie waardoor de placenta losliet.” We hebben haar antibiotica toegediend waardoor ze nu stabiel is. Maar helaas was het te laat om je zoon te redden.

Simon had meteen het gevoel alsof een deel van hem, voor altijd, was weggerukt. “Mijn zoon… hij is er niet meer?”

Het jaar erna ging niet veel beter. Nadat Angelique genoeg was hersteld om voor zichzelf te zorgen, ging Simon weer aan het werk. Werken was zijn manier om het tragische verlies van hun zoon te verwerken. Hij stortte zich nu volledig op het opbouwen van hun privépraktijk. Alleen had hij niet in de gaten, door het vele werken, hoe hij zich steeds meer distantieerde van zijn vrouw.

Ze waren dichter naar de stad verhuisd in de hoop om te ontsnappen aan de nare herinneringen die plaats hadden gevonden in het grote huis aan het meer. Tevens hoopten ze dichter bij de stad een grotere klantenkring te trekken voor hun eigen praktijk. Hij zorgde elke dag voor een nieuw project om op te pakken, want niets doen was te pijnlijk voor hem.

Hoewel ze zelf therapeuten waren, was hun huwelijk niet immuun voor tegenspoed en moeilijke situaties die door het tragische verlies van hun zoon opspeelden. Toen het echtpaar nauwelijks meer met elkaar praatte, realiseerden ze dat ze een counselor (lees: iemand die mensen behandelt met een tijdelijk psychosociaal probleem) nodig hadden om te helpen met hun problemen. Pas toen Jacob hun cliënt werd, was het trauma verwerkt en hun huwelijk weer volledig hersteld zoals vanouds. Echter, was Simon toch bang dat het te vroeg was. Hij was bang dat de oude wonden misschien weer open zouden gaan voor zijn vrouw, maar ook voor hemzelf.

Terwijl hij naar zijn, vredig slapende, vrouw keek en met liefde zijn hand door haar haren streelde, vroeg hij zich af of dit misschien wel iets goeds voor hen kon zijn. Hij vroeg zich af of het hebben van een kind, die het huis aan het meer zou kunnen onderhouden, niet zo erg zou zijn. Hij vroeg zich af of het deel, dat hij voor altijd had gesloten, van zijn hart opnieuw geopend kon worden.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 5: Jacobs' situatie

Op den duur zat Jacob te knikkebollen van de vermoeidheid, want hij wilde niet slapen terwijl hij vastgebonden lag op het bed. Uiteindelijk viel hij toch in slaap. Hij werd wakker van het geluid dat de deur maakte toen iemand naar binnen kwam.

Het was nog donker en hij zag niks. In de duisternis hoorde hij een stem: “Goedemogen, Jacob, ik ben Dr. Kelly.”

Toen de verlichting aan ging, kneep Jacob met zijn ogen en moest wennen aan het plotselinge felle licht. Hij opende zijn ogen en zag een oudere blonde vrouw in een doktersjas bij zijn voeteneind staan.

Jacob had zijn betoog hoe hij erover dacht al voorbereid.

“Luister, ik ben niet gek en ik weet dat jullie denken dat ik dat ben, maar ik kan het bewijzen. Laat me een toets maken of test ondergaan of zoiets dergelijks, ik zweer het…”

“ik heb je dossier van je therapeut, Simon. Herinner je hem?”

“Ja, hem herinner ik, hij heeft me gekidnapt!”

Dr. Kelly stopte met schrijven en keek op om oogcontact te maken met haar patiënt. “Je therapeut heeft je gekidnapt? Jacob, hoor je hoe dat klinkt..”

“Ik weet dat het raar klinkt, maar ik zweer dat het echt zo is.”

“Oké, en waarom zou je therapeut je dan ontvoeren?”

Op zulke vragen was hij niet voorbereid.

“Hij…uh…”

“Jacob, je therapeut heeft je, al dan niet vrijwillig, hier bij het St. Ives laten opnemen omdat je zei dat je jezelf iets aan wilde doen.” De dokter zweeg even en glimlachte. “Gelukkig voor jou, blinken wij uit in het behandelen van patiënten met een aandoening zoals jij hebt.”

Het enthousiasme dat hij in haar stem hoorde, maakte hem doodsbang. “W-wat ga je met me doen?”

“Vandaag zul je een behandeling ondergaan. Deze hebben wij zelf ontwikkeld en het wordt de ‘medicijn-geïnduceerde regressie van de leeftijd’ genoemd. Het zal je terug veranderen in een peuter, zodat je de onbezorgdheid en het geluk van je kindertijd opnieuw kan ervaren.”

“Dat is niet mogelijk. Waar heb je het in godsnaam over?”

“Oh, maar het is wel mogelijk, Jacob. Sterker nog, vandaag krijg je het ontwikkelde medicijn, Restalsis, en het zal precies doen wat ik net zei. Ik weet dat je geen meer hebt, maar maak je geen zorgen. Je nieuwe ouders, Angelique en Simon, zijn verheugd om je vanavond mee naar huis te nemen.

“Simon en Angelique? Je geeft me mee aan ontvoerders?! Dit is gestoord. Je kan dit niet doen!”

Ze zwaaide afwijzend met haar hand. “Het komt goed. Je geheugen is binnen een maand volledig gewist. Je zult ze niet kennen als Simon en Angelique, maar als papa en mama.”

“Nee! Laat me los!” Jacob schudde woedend tegen de leren riemen die hem vasthielden. Met als gevolg dat het apparaat direct alarm sloeg, net als vorige keer.

Dr. Kelly liep naar de hartslagmonitor en stopte het alarm.

De arts wees met haar vinger in de lucht naar haar patiënt. “Rustig aan, jongeman, ik weet zeker dat de verpleegster het over je hartslag heeft gehad en de gevolgen als deze te hoog is omdat je tegenwerkt. Wil je een verdoving?”

Jacob stopte met woelen en keek haar met een dodelijke blik aan.

“Ik stelde je een vraag en verwacht een antwoord.”

Met zijn tanden op elkaar mompelde Jacob: “Nee.”

Dr. Kelly hield haar hoofd schuin naar Jacob. “Dat snapte ik niet helemaal, Jacob. Wat was dat?”

Van binnen kookte Jacob van woede, maar hij wist dat hij het zich niet kon veroorloven om verdoofd te worden. Dan zou hij geen poging meer kunnen wagen om te ontsnappen. Met veel moeite om zichzelf in te houden, reageerde hij langzaam en monotoon: “Nee, ik wil niet verdoofd worden.”

Toen ze met haar hand naar zijn hoofd reikte, probeerde Jacob haar tevergeefs te ontwijken. Dr. Kelly aaide drie keer zachtjes over zijn hoofd, waardoor hij alleen nog maar bozer werd.

“Stukken beter.” Ze tikte met haar pen tegen de kaart in haar hand. “Oké, we moeten wel een paar testen doen, voordat we overgaan op de procedure. Zorg ervoor dat je goed gedrag vertoont bij de radioloog.”

Terwijl ze naar het voeteneinde van het bed liep om de kaart met alle patiëntgegevens terug te zetten, volgde Jacob haar met zijn ogen. Hij bleef de psychiater volgen totdat ze de kamer uitliep en de deur achter zich dichttrok.

Een paar minuten nadat Dr. Kelly weg was, kwam een Latino man, die maar een paar jaar ouder leek dan hijzelf, de kamer inlopen. De man was lang en bleek. Jacob was er zeker van dat hij op de middelbare school of zelfs nog op de universiteit met hem had gevoetbald.

“Hé, ik ben Rob, de radioloog hier, en we moeten een paar tests uitvoeren. Ik ben er zeker van dat je het fijn vindt als de riemen zo meteen worden losgemaakt, maar ik wil eerst even de basisregels uitleggen.”

Jacob knikte en keek al gretig uit naar zijn mogelijkheid om te ontsnappen.

“We hoeven maar een paar meter te lopen en ik had geen zin, om voor zo’n kort stukje, de beveiliging op te schalen. Het zou het beste zijn als je onze en je eigen tijd niet verspilt door een poging te doen om te ontsnappen. Als je toch een poging waagt, zal je niet meer teruglopen naar je kamer.”

“Geen probleem, man. Ik zal niets geks doen.”

“Super, dan maak ik je los.”

Toen Jacob van de riemen werd bevrijd, wreef hij over zijn polsen en strekte zijn benen voordat hij opstond. Hij zakte bijna meteen door zijn benen, maar de radioloog ving hem op.

“Ik wilde nog zeggen om het rustig aan te doen, want je hebt je benen al een tijdje niet gebruikt en zijn daardoor flink verslapt.”

Hij hielp Jacob weer om te staan.

“Probeer nu voorzichtig een paar stappen richting de deur te zetten.”

De radioloog liep achter Jacob aan met het infuus, wat nog aan hem zat, terwijl Jacob langzaam gewend raakte om weer te lopen.

“Oké, super het gaat al een stuk beter. Volg mij.”

“Natuurlijk.”

Ze liepen door de gang, terwijl de radioloog voorop liep en de paal met het infuus mee duwde, probeerde Jacob het tempo bij te houden. Hij bekeek snel de ruimte om een mogelijkheid tot ontsnappen te vinden. Hij wist dat hij niet lang in de gang zou zijn om erachter te komen waar de dichtstbijzijnde uitgang was. Net toen de radioloog hem de kamer instuurde waar ze moesten zijn zag hij het. Daar, aan het einde van de gang was een deur naar de trap. Nu moest hij nog verzinnen hoe hij de radioloog, op de terugweg, lang genoeg kon afleiden om een ‘pauze’ te houden precies voor de die duur.

Hij was ongeduldig en nerveus tijdens het tergend langzame proces. Het leek wel alsof het uren duurde voordat de MRI en X-ray waren voltooid. Toen de scans klaar waren, liepen ze terug de gang op. De radioloog nam weer het voortouw en duwde de paal met het infuus voor zich uit. Jacob keek ondertussen of er niemand anders op de gang was. Toen hij zeker wist dat de gang vrij was, wist hij dat het een nu of nooit moment zou zijn.

Jacob trok de infuusnaald uit zijn arm, bloed spetterend trok hij een sprint naar zijn vrijheid aan het einde van de gang. Althans, dat dacht hij. Net toen hij een paar meter van de deur vandaan was, werd hij van achteren getackled en hij maakte een flinke smak, en landde met zijn buik vol op de harde grond, waardoor hij zijn adem verloor.

Voordat hij zich van de val kon herstellen, werd hij overeind geholpen en in een wurggreep gehouden. Jacob hoorde de radioloog binnensmonds vloeken: “ik had je nog zo gezegd om niet mijn tijd te verspillen.”

Rob liep een stukje, Jacob in de wurgreep houdende, tot ze vlakbij een verpleegsterspost waren en riep: “Kan ik wat hulp krijgen?”

Een zuster riep meteen om beveiliging via een portofoon. Een paar seconden later hoorde Jacob voetstappen die hen naderden. Hij voelde meteen dat er een naald in hem werd geprikt en hij klaagde over hoe oneerlijk hij de situatie vond. Het enige wat hij wilde, was om alleen te worden achtergelaten en te sterven. Maar nu.. nu stond hij op het punt om een behandeling te ondergaan, waar hij zelf nooit mee had ingestemd.

De jongeman haalde in alle commotie uit van woede. Angst en hulpeloosheid overweldigden hem en hij probeerde om los te komen uit de nek klem van de radioloog. Het duurde een paar minuten en toen brak hij vrij, totdat hij recht tegen de bewakers botste die om hem heen stonden. De bewakers pakten Jacob op en begeleiden hem terug naar zijn kamer.

Jacob schopte en schreeuwde tevergeefs, terwijl hij naar zijn kamer werd gesleept. Een paar meter verderop voelde hij zich helemaal slap worden en stopte hij met tegenwerken. Zijn gedachten werden warrig. Hij wist dat hij boos was, alleen niet echt meer waarom. Hij kon zich zelfs niet meer herinneren hoe in de gang terecht was gekomen, of waarom hij nu door de bewakers werd gedragen. Voor de jongeman deed niets er meer toe, omdat op het moment alles goed voelde.

Alles werd vaag en het was alsof er een lichtje bij hem uitging. Opeens voelde hij dat een verpleegster tegen zijn wang tikte.

“Zo, het lijkt erop alsof het medicijn al werkt. Hij hoeft niet te worden vastgebonden, jongens. Hij zal nergens heen willen (en kunnen).”

De bewakers zaten bij hem op bed, maar Jacob bewoog geen centimeter. Zijn hoofd was leeg, alsof hij was afgedreven naar een fijnere plek.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 6: Jacobs' transformatie

Simon en Angelique mochten Jacob bezoeken vlak voordat zijn behandeling zou beginnen. Terwijl het echtpaar de kamer binnen liep, zat Jacob in kleermakerszit op bed en staarde naar de muur aan de andere kant van de kamer.

Simon klopte zachtjes op de rug van Jacob in de hoop om een reactie van hem te krijgen, maar er was geen enkele vorm van reactie en hij blijf stil zittend naar de muur staren. Simon ging naar de verpleegster die schoon beddengoed in de kast aan het leggen was.

“Excuses, wat is er met hem gebeurd? Ik heb hem nog nooit zo meegemaakt.”

Ze stond op en draaide zich om. “Oh, hij is oké. We moesten hem iets geven om Jacob te helpen met ontspannen, maar je kunt gewoon tegen hem praten. Hij kan je horen, ook al reageert hij niet.” Ze gaf een bemoedigende glimlach en draaide zich terug naar de kast.

Angelique ging op de rand van het bed zitten en pakte de voorzichtig de hand van de jongeman. “Jacob, lieverd, we wilden je laten weten dat alles goed komt. Wij zullen voor je zorgen als de behandeling afgerond is. We zijn blij dat je bij ons mag komen.”

Simon en Angelique gaven de lusteloze jongen een knuffel voordat ze de kamer weer verlieten.

***

Jacob had het gevoel alsof hij uit zijn lichaam trad en van een afstand naar zichzelf keek. Hij keek hoe Angelique en Simon binnenkwamen en met hem probeerden te praten. Er was nog steeds iets in hem dat zijn emoties wilde uiten. Hij wilde schreeuwen en zijn woede op hen kunnen uiten omdat zij hem dit hadden aangedaan. Uit wanhoop was zelfs een klein deel van hem bereid om Simon te smeken hem uit het St. Ives te halen, maar het kalmeringsmiddel was gewoon te machtig. Hij kon amper begrijpen wat ze tegen hem zeiden, laat staan reageren.

Nadat Simon en Angelique waren vertrokken, zag hij dat er verschillende verpleegsters even bij hem kwamen, iets deden, en vervolgens zijn kamer weer verlieten. Ze deden allemaal iets om de procedure op te volgen ter voorbereiding van de behandeling. Op een gegeven moment maakte een verpleegkundige zijn arm schoon, ontsmette deze en prikte vervolgens een nieuwe infuusnaald in zijn arm. Vlak daarna kwam iemand anders binnen met glazen buisjes, die bij hem bloedmonsters nam.

Terwijl er compressiekousen bij Jacob werden aangedaan, kwam een oudere blanke man met een injectiespuit aangelopen.

Jacob keek hoe de oudere man driftig met zijn handen zwaaide en bromde. “Ik blijf maar zeggen dat jullie moeten stoppen met het geven van kalmeringsmiddelen vlak voor de behandeling! Hebben jullie enig idee hoe moeilijk jullie het mij maken als je het toch doet?”

De verpleegster bij Jacobs voeten haalde haar schouders op en de anesthesist duwde Jacob in een liggende positie op bed.

Zodra hij lag, spoot hij de meegenomen injectiespuit leeg in het infuuszakje en tikte vervolgens een paar keer op Jacobs’ borst. “Even een paar keer flink ademhalen, vriend.”

De jongeman kreeg vrijwel meteen een opwarmend gevoel door zijn hele lichaam en ontspande zijn spieren.

“Mmm.” Hij had het gevoel alsof hij weer terug was in zijn lichaam en de kamer waar hij in lag weer in beeld kwam. Hij keek op en zag de dokter naar hem staren.

“He, vriend, hoe voel je je?”

Jacob haalde diep adem. “ik voel me...echt goed. Ik voel…tintelingen…overal.”

“Dat is fijn om te horen. Welkom terug op aarde.”

Nadat de anesthesist zijn infuus had bijgesteld, zag Jacob hoe hij daarna een stap opzij deed om de verpleegster de ruimte te geven om zijn bed uit de kamer te rijden.

Hij zag nog steeds een beetje wazig toen hij de operatiekamer werd binnengereden. Hij was wel veel meer bewust van alles wat er gebeurde en waardeerde het dat hij weer fatsoenlijk kon denken. Jammer genoeg gaf het infuus hem een super ontspannen gevoel, waardoor hij zich onmogelijk kon verzetten en de behandeling maar over zich heen moest laten komen.

Hij werd door twee verpleegsters van het bed op de tafel in de kamer getild. Hij vond het knap dat ze hem zo soepel optilden, aangezien hij laatste keer dat hij zich woog, 85kg was.

Een verpleegster hield zijn hoofd recht op de beklede hoofdsteun van de tafel. Jacob voelde dat een leren riem over zijn voorhoofd werd gespannen, zodat hij zijn hoofd niet meer kon bewegen. Vervolgens voelde en zag hij hoe er kleine plaatjes met draadjes eraan op zijn hoofd werden aangebracht.

“Elektroden zitten op hun plek.” Riep de verpleegster toen ze klaar was.

“Uitstekend.”

Jacob herkende die stem. Vanuit zijn ooghoek zag hij Dr. Kelly aan zijn rechterkant met een spuit, gevuld met een felblauwe vloeistof, in haar hand.

“Het toedienen van het Restalsis gaat nu beginnen.” Kondigde ze haar team aan.

De jongeman kon alleen maar in paniek toekijken hoe de felblauwe vloeistof in zijn infuus werd geïnjecteerd. Het werd voor de seconden, dat het duurde voordat de vloeistof via het slangetje in zijn arm liep, stil in de kamer.

Op het moment dat de vloeistof door zijn aderen stroomde, voelde Jacob zijn spieren langzaam strakker worden. Het ongemakkelijke gevoel verspreidde zich door zijn hele lichaam, terwijl al zijn spieren gespannen begonnen te raken. Op het moment dat hij dacht dat de pezen in zijn arm zouden springen, ontspande de spier en verloor hij het gevoel in zijn arm.

“De eerste (stop) fase is begonnen. We zien dat zijn hersengolven vertragen.” Deelde de medisch technoloog die Jacobs’ toestand in de gaten hield mede.

De Restalsis verlamde geleidelijk alle delen van zijn lichaam. Het enige wat Jacob na een paar minuten nog voelde was dat alles gevoelloos was. Zover het lukte probeerde hij in het rond in de kamer te kijken en deed zijn best om zijn bewustzijn te bewaren, maar het lukte hem niet om de drang om in slaap te vallen te overwinnen. Hij voelde zich steeds lichter worden en wilde gewoon heengaan.

“De eerste fase is voltooid. Nu gaat de actieve fase beginnen” hoorde hij de medisch technoloog roepen naar Dr. Kelly’s team.

Een rustgevend gevoel van wind die langs de zijkant zijn gezicht waait dwong hem om even zijn ogen dicht te doen. Toen Jacob zijn ogen weer opende, was hij vol ontzag omdat het leek alsof alles om hem heen was veranderd in een bos. Luisterend naar het geluid van de waaiende wind, kwam hij in een flashback terecht.

De wind waaide langs zijn gezicht terwijl hij over het dichtstbijzijnde bospad bij de universiteit reed, waar hij studeerde, met zijn mountainbike. Hij had net een goede sprong gemaakt toen hij een inkomende oproep kreeg. Hij stopte en stapte van zijn fiets af om te kijken wie er belde. Het was zijn moeder en daarom besloot hij om op te nemen.

“Hé, mam. Gaat alles goed? Ik ben aan het fietsen.”

“Even een snelle vraag, Jacob. Oma wil weten of je naar huis komt met het weekend van de Dag van de Arbeid? Ik weet dat je zei dat je er nog over na zou denken.”

“Sorry, maar ik kan niet. Ik moet dingen voor school doen, maar ik kom snel naar huis, mam. Met kerst ben ik er. Dat beloof ik.”

“Oké, schat. Denk aan je veiligheid en zorg dat je je helm draagt.”

“Doe ik, mam. Ik bel je later terug, oké?”

“Dag schat.”


Toen er was opgehangen, kwam het bewustzijn van Jacob uit de flashback. Van een afstand zag hij hoe ‘hij weer op het spoor kwam en de rit vervolgde’. Hij was jaloers op het onwetende geluk van zijn jongere zelf. In die tijd wist hij nog niet dat hij een belofte had gedaan die hij nooit zou kunnen nakomen.

Toen zijn jongere zelf over een heuvel uit het zicht raakte, werd hij meegenomen door de wind die hem naar een andere herinnering bracht.

De wind waaide hard tegen zijn gezicht terwijl hij over de snelweg reed met een Jeep. Hij keek uit de openstaande ramen en nam de schade in zich op. Het was het weekend voor die van de Dag van de Arbeid. Hij rook een mix van vers omgevallen bomen in combinatie met de geur van overgelopen rioolwater.

In de verte was de oceaan veranderd in een kleur die hij nog nooit had gezien, namelijk limoengroen. Zijn hele leven was het water bij St. Croix kristalhelder, maar deze dag volgde de nasleep van een ramp die de hele wereld nog nooit had meegemaakt.

Puin lag verstrooid langs de randen van de weg. Stukken metaal, delen van daken, kapotte deuren en glasscherven lagen overal verspreid zo te zien vanaf de snelweg. Jacob voelde zijn maag zakken toen ze dichter bij het kerkhof kwamen. Overal lagen gesloten lijkzakken. Het leek alsof ze geen zakken meer hadden, want een stukje verderop stapelden reddingwerkers lichamen onbedekt op die recentelijk tussen het puin vandaan waren gehaald.

De Jeep zat vol met snikkende, huilende en ontdane passagiers toen ze er langs reden. Hij voelde zijn eigen tranen over zijn wangen stromen. Het was gewoon te moeilijk om te beseffen dat het echt is. Het onweerlegbare bewijs was overal te zien. De gemeente, zijn huis, familie en alle bekenden die hier nog waren zijn allemaal weg. Er was geen leven of sprankeltje hoop meer te bekennen.


Toen Jacob uit deze flashback kwam, veegde hij de tranen die ongemerkt over zijn wangen waren gelopen weg. Een paar dagen voor de Dag van de Arbeid hadden meerdere catastrofale orkanen over het de Amerikaanse Maagdeneilanden geraasd. Zittend op de dichtbijzijnde heuvel, zag hij hoe de Jeep bij het kerkhof stopte en zijn jongere zelf naar buiten strompelde. Hij liep nog een paar meter voordat hij met zijn handen over zijn knieën naar voren leunde en vervolgend de inhoud van zijn maag op de weg leegde.

Terwijl hij toekeek hij zijn jongere zelf op zijn knieën op de weg zat en alle emoties van angst liet gaan, voelde hij hoe de wind hem van de heuvel oppikte en hem naar een nieuwe herinnering bracht.

Hij liep op blote voeten over de oever van het strand met een kleine urn in zijn handen. Hij sjokte langzaam door het zeewier dat in het zand lag, totdat hij het water bereikte.

Hij keek over de oceaan uit en keek naar de golven die tegen het rif sloegen en een dunne witte film op het oppervlak creëerden. Hij voelde zich geabsorbeerd door het geluid van de golfen die een voor een tegen de rotsen van de kust sloegen. Hij concentreerde zich op de lucht van het zoute water en het hete zand onder zijn voeten om te proberen de emotionele pijn die over hem heen kwam te ontwijken.

Toen hij op de oever stond, voelde hij hoe de wind zijn tranen die over zijn gezicht diggelden droogde. Zijn handen trilden terwijl hij de urn, met het as van moeder, zusje en grootmoeder, probeerde te openen.

Hij haalde het deksel eraf, waadde dieper het water in en strooide de inhoud van de urn langzaam over het golvende water. Terwijl hij toekeek hoe de as door de golven verder in zee werd gedragen, trok hij aan zijn en borst en worstelde met de onontkoombare eenzaamheid waar hij mee moest zien te dealen.


Nogmaals scheidde zijn bewustzijn zichzelf van zijn geheugen. Hij ging naast zijn jongere zelf zitten nadat hij terug op de kust was. Hij vroeg zich af hoe het zou kunnen dat hij na al die jaren zich nog steeds hetzelfde voelde. Hier zat hij nog steeds op het strand in de hoop om de moed te vinden om er een einde aan te maken.

Hij stond op en liep van de kust af. Hij verwelkomde de wind die hem nog eenmalig door de tijd waaide.

Deze keer landde hij op het speelplein van zijn basisschool.

Jacob stond op een paar meter van zijn jongere zelf die van de glijdbaan ging. Hij zag hoe het gezicht van het kind oplichtte en zijn armen vrolijk in de lucht deed toen hij van de glijbaan gleed. Toen hij de grond raakte, rende de kleine jongen naar de zandbak en klom erin. Jacob zag dat hij een schepje oppakte en enthousiast een lege emmer vulde.

Jacob keek om zich heen en zag alle spelende kinderen. Hij luisterde naar het vrolijke geroep en zag de fijne sfeer. Voor de jongeman was het allemaal zo adembenemend. Hij zag hoe kinderen van alle leeftijden achter elkaar aan renden en vrolijk spellen speelden.

Even later merkte Jacob dat zijn jongere zelf naar hem opkeek alsof hij wist dat hij daar was. De kleine jongen gebaarde dat hij moest komen. Zonder aarzeling, liep Jacob, met de hulp van een licht briesje, naar de zandbak en hij bewonderede het grote zandkasteel. Hij kon zich niet herinneren dat hij op zo’n jonge leeftijd al zo getalenteerd was. De kleine jongen glimlachte naar hem en probeerde hem een schepje te geven.

Hij schudde zijn hoofd naar de jongen. Hij wilde het wel, maar hij was geen klein kind meer. Hij was nu volwassen en dat betekende dat hij kinderachtige dingen achter zich moest laten.

Een onbesuisde stemmetje in zijn hoofd kwam in opstand en hij bleef maar nadenken over hoe onbezorgd al de kinderen leken. Hij vroeg zich af hoe het zou zijn om terug te keren naar zijn jeugd. Hij snakte naar een moment waarbij hij alle pijn kon vergeten die hij altijd met zich mee draagde.

Toen de kleine jongen naar hem toe kwam en aan zijn arm trok, gaf Jacob toe en stapte de zandbak in om mee te doen. Hij nam dit keer het schepje aan en hielp om het emmertje met zand te vullen.

Hij keek over zijn schouder om te kijken wat zijn jongere zelf ging doen, maar hij was verrast toen hij zag dat er geen spoor meer van hem was te bekennen. De jongen was verdwenen en liet hem alleen achter bij alle andere kinderen in de grote zandbak.

Hij concentreerde zich op het zandkasteel en herinnerde zich hoe die eruit zag. Het was er een die hij in zijn jeugd meerdere keren had gemaakt. Hij besloot dat hij het zandkasteel op zijn mist zou afmaken voordat hij weer de zandbak uit gaat om vervolgens weer mee te worden genomen door de wind.

Terwijl hij druk aan het zandkasteel bouwde, ontspande zijn lichaam en vergat hij langzaam alle pijn en tragische herinneringen. Zijn angsten werden minder, zijn depressie verminderde en zijn trauma’s vervaagden. Voor het eerst in jaren was zijn bestaan fijn en voelde hij zich vrij. Zijn wens om de speeltuin te verlaten was verdwenen als de wind die eerder waaide.

Zonder zorgen van zijn verleden zat Jacob in de zandbak te knutselen, te bouwen en te spelen met de warme zon op zijn lachende gezicht.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 7: Instructies van meneer Hammond

Nadat Simon en Angelique Jacob voor zijn procedure hadden bezocht, vertelde een receptioniste hen dat de maatschappelijk werker onder weg was om hen te ontmoeten. Terwijl ze in de lobby zaten, nam Simon de tijd om zijn telefoon te checken en Angelique keek naar een serie op de tv.

Bijna een half uur later werden ze benaderd door een oudere, kale man van rond de vijftig. Hij droeg een poloshirt met kaki-shorts en had een flinke bierbuik.

"Simon en Angelique?"

"Ja, dat zijn wij," antwoordde Simon.

"Hallo, ik ben meneer Hammond, ik ben de maatschappelijk werker voor de eenheid." Hij stak zijn hand uit en gaf het paar een hand. “Ik ben gestuurd om met jullie twee te praten over een aantal dingen die van Jacob verwacht mogen worden in de eerste week na de behandeling. Als jullie meegaan naar mijn kantoor, heb ik wat papierwerk dat we moeten doornemen.”

Ze liepen zwijgend met meneer Hammond door een paar gangen tot ze zijn kantoor bereikten. Het was aan dezelfde vleugel als de kamer waar ze Jacob hadden bezocht. Terwijl de kamer ruim was, had hij een verzameling postvakken die bijna alle ruimte op het bureau in beslag namen, volgestouwd met papier met ezelsoren, sommige zelfs bevlekt met koffie.

"Gaat u zitten." Hammond gebaarde naar de koffiezetter op een tafel in de hoek van het kantoor. "Mag ik jullie allebei een kop koffie aanbieden? Ik wilde net ook een kop voor mezelf halen."

Angelique antwoordde: "Vriendelijk bedankt, maar we hebben net ontbijt met koffie in het hotel op."

“Geen probleem.” Hij schonk een kop koffie voor zichzelf in en ging in zijn bureaustoel tegenover het paar zitten. “Ten eerste wil ik jullie feliciteren met verzorgers schap voor Jacob.” Net als ouderschap is het een zware klus, maar ook zeker lonend.

“Bedankt. We kijken er echt naar uit.” Antwoordde Simon en Angelique knikte instemmend.

“Ik wil het graag even over de mogelijke opties zorg voor Jacob hebben tijdens de maand dat de Restalsis nodig heeft om Jacob weer te transformeren naar een peuter.”

Simon boog zijn hoofd en fronste zijn wenkbrauwen. “Zijn er meerdere opties?”

“Zeker, omdat veel van onze patiënten resistent zijn voor deze behandeling, kan het soms best een uitdaging zijn voor de verzorgers om hun ‘kleine’ in het gareel te houden. Denk hierbij aan ontsnappingspogingen en het niet naar je willen luisteren.”

Meneer Hammond pauzeerde even en nam een slokje koffie. “Veel verzorgers kiezen ervoor om hun peuter de eerste maand een medicijn te geven met tranquillizers (lees: kalmeringsmiddel).”

“Dus dan zou hij in principe voor een hele maand veranderen in een zombie?” Vroeg Angelique meteen.

“Ja, en dat is ook een reden waarom we deze optie liever niet aanbevelen. Om nog maar te zwijgen over het feit dat het kind afhankelijk van het medicijn kan blijven nadat de passieve fase is voltijd.”

“wat zijn onze andere opties?” Vroeg Simon.

“Wel, we raden het aan om duidelijke regels op te stellen en discipline op te leggen. Het is belangrijk om in je achterhoofd te houden dat Jacob geen doorsnee peuter zal zijn. Tijdens de eerste week zal hij zich nog bewust zijn dat hij 22 jaar is.”

Angelique leunde naar voren. “Zou het dan bijna niet onmogelijk zijn om hem discipline bij te brengen? Als hij er bewust voor kiest om de gestelde regels te negeren in plaats van alleen maar zo te doen vanwege frustratie of emoties?”

Meneer Hammond knikte en leunde achterover in zijn stoel. “Ja dat klopt, daarom adviseren we vaak om in de eerste week direct een straf op te leggen als hij niet luistert.”

Simon verbreedde zijn ogen en schudde zijn hoofd. “Zeker, u bent niet tegen lijfstraffen, meneer Hammond.”

“Ik weet dat het nogal ouderwets klinkt, maar totdat hij emotioneel jonger is geworden, zullen straffen zoals een time-out niet bij hem werken. Meneer Hammond nam een slokje van zijn koffie. “Het is belangrijk om te weten dat hij in eerste instantie niets anders wil dan zichzelf in zijn kamer op te sluiten en dat zal de regressie niet ten goede komen.”

Het was een minuut stil in het kantoor terwijl meneer Hammond de benodigde papieren erbij zocht.

“Maak je geen zorgen. Na de eerste week zul je zeer waarschijnlijk geen zware straf meer hoeven te gebruiken. Eigenlijk denk ik dat dit ook meteen een goed moment is om te praten over wat jullie in de eerst week kunnen verwachten.|

“Verwachtingen?” Vroeg Angelique.

Hammond knikte. “We hebben bepaalde ‘punten’ waar we elke week naar kijken. Voor de eerste week is de verwachting dat Jacob het tegendraadse gedrag zal verminderen. Dit betekent dat hij geen agressief gedrag meer vertoond en niet meer zal proberen om te ontsnappen tegen het einde van de week. Tevens verwachten we in zijn vermogen om emoties te reguleren ook een achteruitgang te zien.”

Simon sloeg stilletjes op zijn schoot zijn handen in elkaar. “Hoe erg zullen de emotionele veranderingen zijn? Wat kunnen we verwachten in de eerste week?”

“Voor nu zouden we hem moeten zien veranderen van het niveau jongvolwassene terug naar het niveau van een tiener. Ik moet eerlijk zeggen dat je intense en frequente stemmingswisselingen bij Jacob kan verwachten.”

Angelique knikte. “We zullen dat dan goed in de gaten houden.”

“Uitstekend.” Meneer Hammond rijkte naar een stapeltje papieren op zijn bureau. “Ik heb een lijst gemaakt met enkele spullen die jullie vandaag al zouden kunnen kopen voordat de behandeling van Jacob is voltooid.”

Simon bladerde snel door het gekregen document. Hij keek op om weer oogcontact te maken met meneer Hammond. “Dit zal zeker heel nuttig zijn. Ik denk dat we er vanmiddag direct mee aan de slag gaan om de eerste spulletjes aan te schaffen.”

“Onthoud vooral dat een routine voor hem creëren het belangrijkste is. Hij moet weer wennen aan het spelen als een kind en hij moet kunnen vertrouwen op zijn verzorgers om aan zijn basisbehoeften te voldoen. Dit zal er voor zorgen dat hij minder onvoorspelbaar gedrag vertoond.

Op het moment dat Simon en Angelique hun spullen pakten en zich klaar maakten om te vertrekken, ging meneer Hammond voorover in zijn stoel zitten. “Oh, ik vergat bijna te vermelden dat ik jullie samen met Jacob minimaal één keer week kom opzoeken om de voortgang van het passieve stadium in de gaten te houden. Volgende week zou ik graag op huisbezoek komen. Staan jullie hier voor open?”

Simon en Angelique wisselden goedkeurende blikken uit naar elkaar voordat Simon antwoordde. “Natuurlijk. Wanneer komt u het beste uit?”

“Vandaag is het dinsdag, dus dan volgende week dinsdag rond het middaguur. Komt dat voor jullie uit?”

“Ja, dat komt ook voor ons uit.” Antwoordde Simon.

Toen het stel opstond om het kantoor te verlaten, glimlachte Angelique naar de maatschappelijk werker. “Hartelijk dank voor uw informatie, meneer Hammond.”

"Graag gedaan. Veel succes met deze eerste week. Je zal het nodig hebben."

"Bedankt, meneer Hammond." Antwoordde Simon en hield de deur open voor zijn vrouw.

Simon en Angelique verlieten het ziekenhuis en gingen naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum met de intentie om de spullen die Mr. Hammond voorstelde te kopen en om een restaurant te zoeken voor de lunch.

Later op de avond keerde het echtpaar terug naar het ziekenhuis. Toen ze in de algemene hal van het ziekenhuis kwamen kwam een verpleegster aangelopen om hen naar de herstelafdeling te begeleiden.

Simon en Angelique stapten de kamer op de herstelafdeling binnen en waren verbaasd over wat ze zagen. Op het bed lag een kleine jongen, die er als onder de twee jaar uitzag, zacht snurkend te slapen. Hij had alleen een luier om en op zijn borst zaten kleine draadjes om hem te monitoren.

Toen ze dichter bij het kwamen, konden ze allebei vaststellen dat het uiterlijk en de gelaatstrekken van het kind precies overeenkwamen met die van Jacob, behalve dat hij een stuk kleiner was. Terwijl zijn gezichts- en lichaamshaar bijna allemaal waren verdwenen, leek het haar op zijn nog dezelfde lengte te hebben als voorheen. Hij had een Afro van ongeveer vijf centimeter lang en ‘babyvet’ over zijn hele lichaam.

Angelique ging op de rand van het bed zitten en wreef liefkozend de koude arm van de kleine jongen. Even later kwam een verpleegster die de papieren overhandigde waarmee het officieel werd dat Angelique en Simon kleine Jacob mee mochten nemen.

“Kunnen jullie de papieren doornemen en beiden ondertekenen? Dan zal ik ondertussen alle draden van de patiënt afhalen.”

Simon knikte en het paar ging op de bank in de kamer zitten om samen het papierwerk door te nemen. Zo nu en dan keken ze op om te zien hoe de verpleegster Jacob bevrijdde van alle apparatuur die aan hem was gekoppeld.

Ze hadden net het document getekend op het moment dat de verpleegster de infuusnaald uit zijn arm trok. Nadat ze de naald samen met haar handschoenen had weggegooid, nam ze het ondertekende papierwerk van het paar aan.

"Bedankt. dat zou alles moeten zijn wat we van jullie nodig hadden. Je bent helemaal klaar en vrij om hem aan te kleden en mee naar huis te nemen."

"Dat is geweldig. Bedankt." Zei Angelique, terwijl Simon in de boodschappentas snuffelde die hij bij zich had.

Terwijl de verpleegster weg liep, haalde Simon de net gekochte pyjama uit de tas en gaf die aan zijn vrouw.

Angelique deed langzaam het shirt met lange mouw en de bijpassende pyjamabroek aan bij Jacob. Toen ze klaar was, hield ze hem een tijdje in haar armen totdat Simon zijn handen uitstak om de kleine jongen op te tillen.

"Ik zal hem naar de auto brengen." Bood hij aan. Hij hield Jacob voorzichtig tegen zich aan met het hoofdje van de slapende jongen op zijn schouder. Het stel liep langzaam door de gangen van het ziekenhuis richting de parkeerplaats.

Toen ze bij de auto waren, opende Angelique het achterportier voor haar man. Simon zette Jacob in het autostoeltje dat ze net hadden gekocht. Hij bracht het hoofd van de peuter op zijn plaats zodat hij in een comfortabele houding zat en maakte hem veilig vast in het stoeltje.

Angelique nam deze keer de bestuurderskant en het trio begon aan de drie uur durende rit naar het vakantiehuis aan het meer.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 8: Het vakantiehuis

Tijdens het rijden keken Simon en Angelique af en toe naar de kleine peuter die in zijn autostoeltje lag te slapen. Simon was blij om te zien dat de pasvorm van het stoeltje bijna perfect was voor Jacob. Op de lijst van Hammond stond dat ze een autostoeltje nodig zouden hebben voor een tweejarige, maar met het uitzoeken was het lastig om te bepalen welke ze precies nodig hadden. Het was moeilijk omdat ze geen idee hadden wat voor soort lichaamsbouw Jacob als kind had.

Gelukkig hoefden Simon en Angelique niet veel te shoppen. Toen ze naar de stad verhuisden, hadden ze ervoor gekozen om het onroerend goed aan het meer te vermelden als een vakantiewoning. Het echtpaar had besloten om het kinderdagverblijf bij het huis te behouden, waardoor het een favoriet was bij ouders van jonge kinderen. Angelique had zelfs een lokale student, Kimberly, ingehuurd om alle benodigde spullen in huis te halen voordat er klanten kwamen.

Terwijl ze naar de jongen keek via de achteruitkijkspiegel, was Angelique nog steeds onder de indruk dat de behandeling hem zo ver terug in de tijd kon brengen. Ze glimlachte toen ze eraan dacht hoe aanbiddelijk Jacob eruitzag in de pyjama met een Finding Dory-thema die ze eerder die dag voor hem hadden gekocht.

***

Het was net na zonsondergang toen het trio de oprit van het huis aan het meer op reed. Simon regelde in zijn hoofd al dat de bomen langs het pad nodig moesten worden gesnoeid.

Het huis was in de ‘Craftsman’ stijl met een beige buitenkant. Het leek erop dat Kimberly de buitenverlichting voor hen had aangelaten. Het licht van de veranda reikte tot de kleine tuin die zo de voorkant van het huis decoreerde. Het paar was blij dat de witte en rode rozen, die ze lang geleden hadden geplant, nog steeds floreerden.

Nadat Angelique de auto in de garage had geparkeerd, stapte Simon uit en opende het achterportier. Hij maakte Jacob snel los en tilde hem uit de auto.

Eerst maakte de lichte urinegeur het al verdacht en toen hij de doorgezakte luier tegen zich voelde was hij ervan overtuigd dat zijn veronderstelling juist was.

“Het lijkt erop dat hij zijn luier tijdens de autorit al heeft gebruikt.”

Angelique deed de deur van het huis open en draaide zich om, om naar haar echtgenoot te kijken. "Wow, nu al? Ik denk dat het komt door het infuus dat hij had gekregen in het ziekenhuis. Ik zal hem verschonen voordat we hem in zijn bedje leggen."

Ze liepen door de woonkamer en kozen ervoor de lampen uit te laten en direct de trap op te gaan. Toen ze boven waren, opende Angelique de deur naar de kinderkamer voor Simon. De kamer was nog bijna hetzelfde als toen ze het een babykamer hadden gemaakt.

De muren waren ivoorwit en het beddengoed, speelgoed en versieringen hadden een oceaanthema. Het echtpaar had gekozen voor lichtbruine meubilair. De schommelstoel, de commode en de wieg stonden allemaal nog steeds op dezelfde plek in de kinderkamer. Kimberly had zelfs de kastjes opnieuw bevoorraad met spullen nadat Simon haar had gewaarschuwd dat ze een kind mee zouden brengen.

Hij liep naar binnen en legde Jacob voorzichtig op de commode. Hij ging in de schommelstoel zitten en liet zijn vrouw de kleine jongen verschonen. De man van middelbare leeftijd zag hoe ze snel de bevuilde luier verwijderde en deze voor een nieuwe verving. Simon wist dat zijn vrouw als tiener en jongvolwassene vaak had gewerkt als babysitter. Dus hij had verwacht dat ze behoorlijk bekwaam zou zijn geweest, maar het was toch opmerkelijk dat hij haar zo snel zag werken, terwijl ze er ook nog in slaagde om haar tedere karakter in elke beweging over te brengen.

Toen ze klaar was, tilde ze Jacob in haar armen en hield hem gewoon een paar minuten vast. Simon en Angelique hadden allebei besloten om van de gelegenheid gebruik te maken om Jacob met veel liefde te kroelen terwijl hij nog sliep. Ze wisten dat zodra hij eenmaal wakker was, het waarschijnlijk nog een tijdje zou duren voordat hij comfortabel genoeg zou zijn om met hen in contact te komen gezien de omstandigheden van zijn regessie. Simon ging staan en zette de babyfoon in de buurt van het bedje aan, waarbij hij ervoor zorgde dat de camera met al hun apparaten synchroniseerde.

Angelique wiegde de jongen een paar keer lichtjes in haar armen voordat ze hem in het bedje liet zakken. Ze namen de vreedzame uitdrukking op zijn gezicht in terwijl zijn kleine borst ritmisch opstond en viel. Simon trok het blauwe deken over zijn voormalige cliënt en zette de babyfoon boven het ledikantje aan.

Uitgeput van de activiteiten van de dag en de lange rit, gingen ze allebei regelrecht naar hun slaapkamer en maakten zich stilletjes klaar om naar bed te gaan. Simon koos ervoor om de tweede badkamer te gebruiken voor zijn douche, in de hoop het proces voor beide te versnellen.

Toen hij terugkwam, waren de lichten uit en Angelique lag al in bed. Hij ging op zijn zijde van het bed liggen en kroop tegen Angelique aan. Na een paar minuten stilte vroeg Simon op zachte toon. "Zou je ooit gedacht hebben dat we zo snel een kind in dit huis zouden krijgen?"

Angelique haalde langzaam en diep adem. "Nee, dat had ik niet verwacht." Het duurde lang voordat ze verder ging. "Maar ik ben zo blij dat het nu wel zo is."

Het duurde even voordat hij antwoordde, maar toen Simon zijn ogen sloot, fluisterde hij zachtjes in het donker “Ik ook.”

***

Toen Simon de volgende ochtend wakker werd, rolde hij zich om en zag dat Angelique al uit bed was. Hij verwachtte het al wel, want zijn vrouw was een ochtendmens. Hij liep de badkamer in om zich klaar te maken voor de dag. Toen hij zijn tanden had gepoetst en een snelle douche had genomen, ging hij naar de keuken.

De benedenverdieping van het huis was helemaal open. De ruime keuken was ingericht met een wit marmeren aanrechtblad, roestvrijstalen apparaten, witte kasten en een lichtbruine houten voorraadkast in de hoek. Vlakbij de tafel in de eethoek was een lichtbruine houten kinderstoel voorzien van een ivoorwit plastic bakje. Er was een groot raam boven de gootsteen waardoor ze een prachtig uitzicht op het nabijgelegen meer hadden en de keuken werd verlicht door het zonlicht.

"Goedemorgen." Simon omhelsde zijn vrouw van achteren. Ze leek bezig te zijn met het maken van het ontbijt. "Kan ik ergens mee helpen?"

Angelique glimlachte en sneed de avocado's door. "Nee, ik heb het, ik ben eigenlijk bijna klaar, als je wilt, kun je een kopje frambozen thee inschenken, ik heb deze eerder vanmorgen geprobeerd en het smaakte echt goed."

Toen ze klaar waren met eten en Simon zijn laatste slokjes thee dronk. "Ik ben verrast dat Jacob nog slaapt." Merkte hij op.

"Toen ik hem verschoonde vanmorgen na het opstaan was hij nog in een diepe slaap. Ik denk dat hij nog last heeft van het kalmerende middel dat hij in het ziekenhuis had gekregen.”

Simon knikte. “De verpleegster zei wel dat hij de hele nacht zou slapen. Denk je dat we moeten proberen hem wakker te maken als hij vanmiddag nog niet wakker is?”

"Ja, ik denk dat dat een goed moment is. Wil je me helpen met de afwas?"

Simon dronk het laatste beetje thee dat nog in het kopje zat op en stond op om hun bordjes te verzamelen. "Natuurlijk."

***

Het was net na 10 uur toen Angelique en Simon op de bank in de woonkamer zaten met de babyfoon op de salontafel. Angelique bladerde langzaam door haar tijdschrift terwijl haar partner keek wat voor nieuws er was geplaatst op de verschillende social media platforms. Ze zaten ongeveer een uur lang stil in hun eigen activiteiten verdiept voordat ze een zacht huilend geluid hoorden, die hen naar de babyfoon deden kijken.

Op het scherm kon hij zien dat Jacob zijn armen en benen reflexief strekte terwijl zijn ogen nog steeds gesloten waren. Het paar kwam meteen van de bank af en gingen naar boven naar de babykamer om daar te zijn terwijl hij wakker werd.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 9: Affectie van Angelique

Toen het stel de deur naar de kinderkamer opende, naderden ze voorzichtig het houten ledikantje. Simon en Angelique keken toe hoe de kleine jongen met zijn beentjes schopte en met nog gesloten oogjes met zijn handjes in zijn gezicht wreef.

Het therapeutenpaar verschilde in hun verwachtingen over hoe Jacob zou reageren wanneer hij zijn ogen opendeed. Terwijl Simon dacht dat Jacob verbaal geweld zou gebruiken, speculeerde Angelique dat hij in eerste instantie een geïnternaliseerde emotionele reactie zou krijgen. Ze waren er echter allebei over eens dat de 22-jarige binnenkant van het lichaam van die peuter flink zou kunnen tegenwerken op het moment dat hij zich realiseerde dat de procedure succesvol was geweest.

Maar geen van beiden had kunnen voorspellen wat zich werkelijk voordeed. Tot verbazing van zijn verzorgers opende de peuter zijn ogen en liet zachtjes gejammer horen voordat het uitbarstte in een hartverscheurend gehuil.

Zonder enige aarzeling greep Angelique in het ledikantje en nam de kleine jongen in haar armen. Ze wiegde hem een paar keer in de hoop hem te kalmeren, terwijl Simon even verbluft in stilte stond te kijken.

Hij keek hoe Angelique het huilende kind probeerde te kalmeren. Simon dacht na over de reactie van de kleine jongen. Hij wist dat de reactie van Jacob niets te maken had met het gedrag waarvan ze te horen kregen dat ze het konden verwachtten. Bezorgd echoden direct de volgende vragen in zijn hoofd. Is dit een complicatie? Wat ging er mis? Zal hij voor altijd zo blijven?

Het enige dat hij zeker wist, was dat ze meneer Hammond meteen moesten bellen, want hij zou de enige zijn die hen zou kunnen adviseren over wat ze nu moesten doen. Voordat hij klaar was met het op een rijtje zetten van de gedachten en opmerkingen die hij moest beschrijven aan meneer Hammond, tikte Angelique op zijn arm.

"Simon, heb je me gehoord?"

Hij richtte zijn blik op haar en nam haar aandachtige uitdrukking in zich op. "Nee, dat deed ik niet, het spijt me, wat zei je?"

Ze wiegde het schreeuwende kind. "Kun je een flesje uit de koelkast halen? Ik heb er al een gemaakt, het zou in de deur moeten staan."

"Oh oké."

Toen ze zag dat haar man een beetje van de kaart was door de recente gebeurtenis, voegde ze eraan toe. "Vergeet niet om de flessenverwarmer die op het aanrecht staat te gebruiken."

Angelique legde haar vrije hand op het hoofd van de jongen die tegen haar schouder lag. Ze aaide hem zachtjes en probeerde hem te sussen. “Het is goed.”

Kort daarna ging zijn luid gejammer over in stilletjes snikken. De ervaren babysitter verwachtte dat zijn keel nogal uitgedroogd moest zijn omdat hij in geen dagen vloeistoffen had gedronken via zijn mond.

Ze zag Simon de kinderkamer binnenkomen met de fles in zijn hand en zijn mobiele telefoon tegen zijn oor gedrukt. Hij overhandigde haar de opgewarmde fles en verliet onmiddellijk de kamer om zijn telefoongesprek voort te zetten.

Met de fles in haar hand zat Angelique in de schommelstoel en zette het hoofd van de kleine jongen tegen haar arm. Het kostte haar een paar pogingen om de rubberen speen in de mond van de jongen te krijgen, maar toen hij eenmaal de melk had geproefd, namen zijn instincten het over. Even was het enige geluid dat op de kinderkamer te horen was de kleine jongen die gretig de melk uit de fles zoog.

***

Toen Simon in de keuken kwam, haalde hij de fles uit de koelkast en zette de flessenverwarmer aan. Hij pakte zijn mobiel en belde naar het telefoonnummer van meneer Hammond. De telefoon ging een paar keer over voordat hij werd beantwoord.

"Hallo, u spreekt met meneer Hammond."

"Hallo meneer Hammond, ik ben Simon van gisteren."

"Aha. Is alles in orde?"

Zodra het lampje op de flessenwarmer verdween, pakte hij het flesje en liep naar boven. “Nou, we weten het niet zeker, Jacob is net wakker geworden, maar hij ... nou, hij is niet Jacob.”

"Ik weet niet precies wat je bedoelt."

Simon haalde diep adem. "Toen hij wakker werd, jammerde en huilde hij. Zijn reactie was meer die van een echte peuter in plaats van een volwassene. Angelique is nu boven en probeert hem te kalmeren."

"Wow, sprak hij überhaupt?"

Simon gaf Angelique de fles en liep snel de kinderkamer weer uit.

"Nee, hij huilt nog steeds. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat je hem net op de achtergrond kon horen."

"Ja, dat hoorde ik. Dat is inderdaad vreemd." De heer Hammond pauzeerde en Simon hoorde hem op de achtergrond bladeren en op zijn computer typen. "Het is mogelijk dat dit alleen maar een reactie op het kalmeringsmiddel was, maar we hebben dit nog nooit gehad met andere patiënten. Laten we een dag nemen om het even aan te kijken. Hopelijk is het over een paar uur over."

"Oké, dat zullen we doen. Bedankt, meneer Hammond."

“Geen probleem, Simon. Ik zal Dr. Kelly op de hoogte stellen van deze ontwikkeling en we houden contact.”

"Oké. Nogmaals bedankt. Doei."

Simon deed zijn telefoon weer in zijn broekzak en stapte terug naar de kinderkamer. Hij merkte dat Angelique in de schommelstoel zat met het jongetje dat zich in haar omhelzing nestelde. Het leek erop dat Jacob zijn melk al op had, want zijn vrouw had het lege flesje op de nabijgelegen tafel gezet.

Terwijl ze naar haar man keek, vroeg Angelique met zachte stem: “Wat zei meneer Hammond?”

Simon leunde tegen het ledikantje. "Hij zei dat het ongewoon gedrag is, maar hij adviseerde ons om het in de gaten te houden en te wachten tot morgen. De hoop en verwachting is dat hij dan uit deze staat zal ontsnappen."

"Oké, dus we moeten gewoon hopen dat dit geen ernstige complicatie is?"

Hij knikte. "Jep."

Ze hoorden beiden dat Jacob gaapte en in zijn ogen wreef.

Simon legde een vinger op zijn kin. "Ik vraag me af of hij zal praten."

Hij hurkte zodat hij Jacob in de ogen kon kijken terwijl de peuter nog op de schoot van Angelique zat. "Jacob?" zegde hij op zachte toon.

De kleine jongen nestelde tegen Angelique aan en verborg zijn gezicht in haar blouse.

Simon keek op naar zijn vrouw en ze deelden allebei een glimlach. Angelique tilde voorzichtig Jacob op om hem om te draaien en zette hem opnieuw op haar schoot, waardoor hij tegenover haar man zat. Ze aaide de kleine jongen over zijn ruggetje, in de hoop hem aan te moedigen om met Simon in contact te komen.

De man van middelbare leeftijd probeerde het opnieuw. "Jacob, weet je nog wie ik ben?"

Deze keer keek de kleine jongen hem nieuwsgierig aan, maar hij reageerde niet.

Simon een opleiding in kindertherapie en hij besloot enkele engagementstechnieken uit te proberen die hij voor zijn jongste klanten had geleerd. Hij stond op en liep naar de speeltafel aan de andere kant van de kamer en pakte een pluche Nemo knuffel. Maar voordat hij terugging naar de andere kant van de kamer, wilde hij vast stellen dat het gehoor van het kind in orde was.

"Schat, kun je hem even afleiden?"

"Zeker." Angelique kietelde de kleine jongen een paar keer, waardoor hij een paar giechels van hem losliet terwijl hij schuchter haar handen wegveegde.

Simon drukte op een knop van een speelgoedtelefoon om te kijken of Jacob op het geluid reageerde. Het speelgoed speelde een vrolijk liedje af. ♫ Hallo! Hallo! Wie is daar om hallo te zeggen? Blij dat je belde om een even te praten. Daarna zeggen we dag tot dag. Tot ziens! ♫

Op het moment dat het muziekje begon, werden de ogen van het kind groter en negeerde hij de kriebels van Angelique. In plaats daarvan draaide hij zich richting Simon en probeerde de bron van het geluid te vinden.

Simon glimlachte hartelijk als reactie op de verbijsterde blik van de jongen en liep terug naar de schommelstoel. “Nou, ik ben blij dat je me kunt horen, kleine vriend.”

Hij bukte weer en hield het speeltje op ooghoogte van het kind.

Simon sprak met een speelse stem. "Hallo daar." Hij hief het speeltje op en schudde het een paar keer. "Mijn naam is Nemo. Kunt u mij uw naam vertellen?"

Toen hij geen antwoord kreeg, ging hij verder. "Ik kom uit de oceaan en zwem overal in de zee." Hij verplaatste het knuffeltje met een golvende beweging. "Ik heb zoveel plezier in het water, kun je dat zeggen, water?"

De peuter reageerde nogmaals niet. In plaats daarvan stak hij zijn duim in zijn mond terwijl hij de acties van de man zorgvuldig observeerde.

Simon glimlachte naar zijn vrouw en legde het speeltje op haar schoot naast de peuter. "Deze aardige dame is ook mijn vriend." Hij knuffelde het speeltje naast Angelique. "Soms, als ik in de oceaan zwem, hou ik ervan om dingen te tellen. Wil je met me meetellen? Ik wil de mensen in de kamer tellen, maar ik heb wel je hulp nodig hoor."

"Oke, hier gaan we! Een!" Hij stootte zijn borstkas aan met Nemo. "Twee!" Hij aaide het speeltje tegen de arm van zijn vrouw. "Drie!" Hij prikte de peuter in de buik met Nemo.

Jacob giechelde. Hij sloot even zijn ogen, duidelijk enthousiast van het spel dat ze speelden.

Simon startte het spel opnieuw. "Een! Twee! Jouw beurt mooie dame."

Angelique vulde aan. 'Drie!' De kleine jongen keek naar haar op en glimlachte.

"Eén! Twee, jouw beurt kleine jongeman." Hij aaide met de knuffel Jacobs’ arm.

Hij wachtte en probeerde het kind een moment te geven om te antwoorden.

"Kun je drie voor mij zeggen, vriend?"

"Een twee!" Hij zweeg weer en bleef even stil voordat hij voor het kind hielp. "Drie!"

Hij legde het speelgoed naast hem neer en legde zijn handen voor zijn ogen. Hij haalde zijn handen snel voor zijn oogjes vandaan en riep vrolijk: "Kiekeboe!"

De kleine jongen piepte met een glimlach op zijn gezicht en schopte met zijn beentjes.

Simon bedekte zijn gezicht weer met zijn handen, en deze keer maakte hij een dwaas gezicht dat vrolijkere lachjes van Jacob opriep.

De therapeut reikte naar voren en nam voorzichtig Jacobs handen in de zijne en trok langzaam zijn duim uit zijn mond. Hij hielp de kleine jongen zijn eigen gezichtje te bedekken met zijn eigen handjes. Daarna trok hij ze snel weg. "Kiekeboe!"

Hij herhaalde het, maar deze keer deed hij zijn eigen handen weg en hoopte dat het kind zelf het spelletje zou na doen, maar de peuter verborg zich een paar minuten achter zijn handjes tot hij omhoog gluurde en zijn handjes bij zijn oogjes weghaalde en weer op zijn duimpje begon te zuigen.

***

Simon streek met zijn hand door zijn haar. Hij had de beste van zijn engagementtechnieken geprobeerd. Na een uur lang geprobeerd te hebben de communicatievaardigheden van het kind te beoordelen, was het nog steeds niet duidelijk. Nu bereikte hij het punt waarop hij geen andere keus meer had dan zichzelf terug te trekken in de hoop dat het kind op de een of andere manier verbaal met hen zou communiceren.

Hij stond op en klopte op zijn dijen, hij maakte oogcontact met zijn vrouw. "Ik denk dat we gewoon moeten gaan zitten en kijken."

Angelique reageerde met een sympathieke uitdrukking op haar gezicht: "Dat is goed, nu is het een goed moment om te gaan lunchen. Ik weet zeker dat Jacob ook wel iets te eten wil."

***

Rond 18:00 na het eten geven, verschonen en badderen van de peuter, besloten Simon en Angelique de nieuwe aflevering van ‘Black-ish’ op de tv in hun slaapkamer te kijken. Ze zaten aan het voeteneind van het bed Jacob lag naast Angelique met zijn hoofd op haar schoot. Ze hadden de lichten in de kamer gedimd toen het kind langzaam in slaap aan het vallen was.

Plotseling schudde het lichaam van Jacob alsof hij werd geëlektrocuteerd. Simon en Angelique keken direct naar hem. De handen van de peuter grepen naar zijn hoofd en hij schreeuwde van de pijn.

Simon ging snel van het bed af en ging voor Jacob en Angelique staan om proberen uit te zoeken wat er met de peuter was. Een paar centimeter van hem vandaan schopte de kleine jongen verwoed zijn benen en schudde zijn hoofd. Het is geen toeval dat hij nog steeds controle heeft over zijn armen. Wat is dit?

Maar net zo snel als de symptomen begonnen, namen ze af voordat Simon een conclusie kon trekken. Het paar keek aandachtig hoe het kind langzaam rechtop ging zitten in een zittende positie naast Angelique. Met zijn ogen stevig gesloten, masseerde de peuter zijn slapen.

"Oef, mijn hoofd." Kreunde hij en deze keer waren Simon en Angelique er zeker van dat de echte Jacob eindelijk weer tevoorschijn kwam.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 10: Herstel van Jacob

Jacob werd wakker met oorsuizen en een bonzend gevoel in zijn hoofd. Hij had nog nooit zo'n slechte kater in zijn leven gehad. Hij kneep zijn ogen dicht tot de pijn en druk iets minder werden.

"Oef, mijn hoofd." kreunde hij terwijl hij rechtop ging zitten en zijn slapen masseerde. Wat heb ik gisteravond gedaan?

Hij deed zijn ogen open en nam de onbekende kamer waar hij zich in bevond in zich op. Hij zat op een bed en in de buurt van hem waren Simon en Angelique. Zijn ogen schoten door de kamer terwijl hij probeerde alles in zijn hoofd samen te vatten. Waarom ben ik hier? Wiens slaapkamer is dit? Waarom kijken die twee me zo aan?

“What the…”

Voordat Jacob kon eindigen, kreeg hij de herinneringen van afgelopen dagen terug en hij voelde een raar gevoel in zijn maag.

"Absoluut niet ..." mompelde hij terwijl hij keek naar zijn trillende handjes.

Zijn vingers waren korter en zijn miniatuurpalmen waren aan de randen gerimpeld door het babyvet. Het was duidelijk dat op een gegeven moment een van hen hem gekleed had in een lichtblauwe flanellen pyjama. Zijn, met stof omhulde, beentjes hingen nu nauwelijks over de rand van het bed.

De jongeman schudde ongelovig zijn hoofd. "Nee. Nee. Nee. Dit kan niet." Hij sloot zijn ogen weer, in de hoop dat dit slechts een zieke droom was. "Dit is niet echt." mompelde hij.

“Jacob, herinner je je nog iets dat in het St. Ives is gebeurd?'” Vroeg Simon voorzichtig.

Op het moment dat Simon begon te praten, deed Jacob zijn hoofd omhoog om oogcontact te maken met de oudere man. Toen hij zich realiseerde dat zijn therapeut steeds dichter naar hem toe kwam, krabbelde hij weg totdat zijn rug tegen het hoofdeinde botste. Terwijl de adrenaline door zijn aderen stroomde, bedekte hij zijn handen met zijn gezicht.

"Oh mijn god, dit gebeurt niet, dit is niet mogelijk, ik kan niet - ik kan niet."

Jacob probeerde diep adem te halen en gaf zichzelf een seconde om te verwerken wat er was gebeurd en erachter te komen hoe dit mogelijk was, maar zijn volgende ademhaling kwam sneller dan de vorige. Al snel greep hij naar zijn borst en hijgde hij naar lucht.

De therapeuten konden herkennen dat Jacob in de beginfase was van een paniekaanval, maar ze wilden zijn stress niet vergroten door te snel naar hem toe te gaan en zijn persoonlijke ruimte binnen te dringen in een poging hem te helpen.

"Jacob, je moet langzaam diep ademen." Instrueerde Simon kalm.

"Ik ben ... ik probeer het." Hijgde hij tussen snelle, oppervlakkige ademhalingen.

"Adem met me mee. Adem in." Simon nam een langzame en uitgesproken ademhaling. "Uitademen" instrueerde hij terwijl hij langzaam de lucht uit zijn borst liet ontsnappen.

Na een paar ogenblikken na de instructie van Simon te hebben gevolgd, kalmeerde Jacob en werd langzaam weer stabiel. Hij keek angstig naar zijn twee ontvoerders.

"Dit is zo verkeerd, ik ben geen kind ... Ik ben n-" Jacob zette zich schrap met zijn handen op zijn dijen en hijgde een paar keer voordat hij de inhoud van zijn maag over zich heen slingerde.

Toen hij klaar was met overgeven, leunde hij zijn kloppende hoofd tegen het hoofdschot van het bed. Al zijn energie was weg en hij voelde zich rot. Hij kon niet eens tegenwerken toen Angelique hem oppakte.

Simon gooide de kussens van het bed en draaide zich om naar zijn vrouw. "Als ik hier klaar ben, ga ik de tas pakken die ik eerder heb ingepakt en de auto starten. Laten we afspreken in de garage. Ik zal rijden." bood hij aan terwijl hij snel de lakens van het bed haalde.

Terwijl Jacob werd gedragen, sloot hij zijn ogen in de hoop dat het kloppende geluid in zijn hoofd te verminderen dat erger was geworden toen hij werd gedragen. Hij opende zijn ogen weer toen hij op een zachte, stabiele ondergrond werd geplaatst en nam de kinderkamer om zich heen in zich op.

Jacob was er zeker van dat de twee therapeuten geen kinderen hadden en Angelique ook niet in verwachting was. Zijn maag zakte toen het besef hem trof. Ze zijn echt van plan me hier zo te houden.

Hij was meteen afgeleid van zijn gedachten toen Angelique zijn broek uittrok en naar de plakkers van zijn luier reikte. Hij legde snel een hand op zichzelf.

"Alsjeblieft, nee." fluisterde hij zwakjes.

Angelique pakte doekjes en een schone luier. "Jacob, ik moet je in een schone krijgen. Het zal niet leuk zijn om drie uur met die vieze luier in een auto te zitten."

De jongeman wist zeker dat ze gelijk had, maar hij kon zijn waardigheid niet zomaar laten schieten. Hij schudde per ongeluk zijn hoofd, waardoor het kloppen van zijn hoofd erger werd voor een moment.

Toen hij onbewust zijn handen bewoog om zijn hoofd te wiegen, maakte Angelique van de gelegenheid gebruik om de plakkers los te trekken en de vuile luier onder hem vandaan te schuiven.

Jacob was gekwetst toen Angelique zijn benen ophief om zijn onderlichaam schoon te vegen en een schone luier bij hem om deed. Hij voelde dat zijn gezicht opwarmde en zijn onderlip trilde.

“Er is geen reden om je te schamen.” Sympathiseerde Angelique toen ze een schone broek over zijn nieuwe luier trok.

Jacob keek weg en mompelde: "Fuck you."

Angelique negeerde zijn opmerking, tilde de kleine jongen in haar armen en droeg hem naar beneden, naar de garage waar Simon al klaar zat in de auto.
Nadat Angelique Jacob in zijn stoeltje had gezet en zelf ook zat, startte Simon de auto en begon te rijden. Toen ze op de snelweg waren gaf Simon zijn vrouw zijn mobiele telefoon.

"Zou je meneer Hammond willen laten weten dat we onderweg zijn?"

"Hij is de laatste uitgaande oproep, toch?"

"Ja."

Angelique zette de oproep op handsfree en na twee keer nam de maatschappelijk werker al op: "Hallo, met de heer Hammond."

“Meneer Hammond, je spreekt met Angelique. ik wil u laten weten dat we onderweg zijn naar het St. Ives.”

"Oh, is de situatie met Jacob verslechterd?"

"Helaas wel, ja. Hij kwam rond 18 uur weer bij zinnen en had het over pijn in zijn hoofd en hij heeft net overgegeven.”

"Het klinkt alsof hij migraine heeft." De heer Hammond zuchtte. "We hebben een paar gevallen waarin patiënten chronische migraine ontwikkelden na de behandeling. Het is een zeldzame complicatie, maar het goede nieuws is dat we een remedie hebben." Hoelang is het nog rijden? "

Simon antwoordde: "We zullen er binnen twee uur zijn."

"Oké, ik zal Dr. Kelly laten weten dat jullie onderweg zijn. De verpleegkundigen zullen de instructie krijgen om zich voor te bereiden op je komst. De behandeling duurt ongeveer twee uur, inclusief hersteltijd. De dokter zal je bij aankomst verder inlichten.”

"Oké, nogmaals bedankt." Antwoordde Angelique.

"Geen probleem, tot snel." antwoordde meneer Hammond en hing de telefoon op.

Jacob luisterde naar het gesprek en probeerde zoveel mogelijk van het gesprek op te vangen. Hij probeerde de tijdlijn in zijn hoofd samen te voegen. Als wat Angelique zei waar was, dan was hij waarschijnlijk al heel lang buiten zijn bewustzijn, maar hoe moe zijn lichaam ook was, het voelde niet alsof hij al meer dan vierentwintig uur had geslapen. De jongeman wilde antwoorden, maar hij was veel te moe om een gesprek te voeren. Met zijn hoofd tegen het autostoeltje leunend, sloot Jacob zijn ogen en dreef naar een broodnodige slaap.

“Hij slaapt al.” Fluisterde Angelique.

Simon wierp een blik naar Jacob door de achteruitkijkspiegel. "Goed, ik weet zeker dat hij dit even nodig heeft." merkte hij zachtjes op.

Hij zuchtte in ergernis. "Ik wou dat hij niet met deze complicatie te maken had, het kind heeft nu rust nodig."

Angelique knikte sympathiek en antwoordde zacht: “Meneer Hammond leek ervan overtuigd te zijn dat deze behandeling hem zou genezen. Ik denk dat we niet meer kunnen dan hem op zijn woord te geloven.”

Simon wist de, normaal drie uur durende, rit binnen twee uur te tijden. toen ze aankwamen, stapte hij snel uit en maakte Jacob los van het autostoeltje en droeg hem in zijn armen het ziekenhuis binnen.

De receptioniste liep achter de toonbank vandaan om met hen te praten toen ze door de automatische schuifdeuren kwamen.

"Zijn jullie twee Jacobs’ verzorgers?" Vroeg ze beleefd.

"Ja, dat zijn wij." Antwoordde Angelique.

“Oké, ik zal een verpleegster bellen om je naar de behandelkamer te brengen die we voor Jacob hebben gereserveerd.”

De receptioniste riep een verpleegster op en liet haar weten dat Jacob en zijn verzorgers waren gearriveerd. Het duurde niet lang voordat de verpleegster naar hen toe kwam gelopen.

"Simon en Angelique?" Beiden knikten als antwoord. “Kom maar deze kant op.” Ze wees naar de dubbele deuren en liep voor hen uit.
 

Muisje

Forum gebruiker
Sorry dat het even duurde, maar hier is weer een hoofdstuk :)

Hoofdstuk 11: Advies van Dr. Kelly

De verpleegster leidde hen, door de gangen, naar de achterkant van het ziekenhuis. Ze deed de deur naar de kamer waar ze moesten zijn open. In de kamer stond een klein bed met opstaande randen aan de zijkant. Verder stond er verschillende apparatuur om een patiënt op van alles te monitoren.

“Je kunt hem op bed leggen. Ik ga even snel wat spullen pakken die nodig zijn.” Deelde de verpleegster mee en liep de kamer uit.

Toen Simon Jacob voorzichtig op bed legde, slaakte de kleine jongen een diepe zucht terwijl hij wakker werd. De therapeuten deden een stapje achteruit om hem wat persoonlijke ruimte te geven.

Jacob opende langzaam zijn ogen en werd meteen overvallen door de felle TL-verlichting. Hij dacht dat zijn dutje zeer gunstig was geweest sinds zijn hoofd veel helderder was en de migrainepijn was verminderd. Nadat hij begon te wennen aan de felle verlichting, nam hij de kamer waar hij in lag in zich op. Hij zag dat zijn ontvoerders op enkele centimeters van hem af stonden.

"Oh, dit is geweldig. Ik ben zo blij om hier terug te zijn." Merkte hij sarcastisch op.

“Ik ben blij dat je je beter voelt dan vroeger.” Reageerde Simon.

Jacob draaide zich naar zijn vroegere therapeut. “Ik zou me nog beter voelen dan nu, als ik niet de grootte van een peuter had. Maar je kon het toch niet laten, toch? Je moest voor de reddende God spelen.”

Angelique begon: "Jacob-" maar ze werd onderbroken door Simon:

"Het is goed, schat. Laat het hem eruit gooien.”

De jongeman kneep zijn ogen dichter en keek naar Simon. "Denk je niet dat ik het recht zou moeten hebben om over mijn eigen leven te beslissen?"

Simon haalde diep adem en antwoordde kalm: “Als je vraagt of ik er spijt van heb dat ik je heb tegengehouden je leven te beëindigen, dan is het antwoord nee, Jacob. Daar heb ik geen spijt van.”

De verpleegster kwam terug de kamer inlopen. “Sorry dat het zo lang duurde. Het was even zoeken om een kleinere naald te vinden.” legde ze uit toen ze haar handschoenen aantrok.

Toen Jacob de naald in de hand van de verpleegster zag, richtte hij zich onmiddellijk op het proberen te ontsnappen. Hij weigerde hen toe te staan hem weer te kalmeren. Want de hele jongeman wist dat hij misschien nog jonger wakker zou worden dan hij al was. Hij gleed achteruit op het bed en probeerde uit te vinden hoe hij weg zou komen, terwijl de verpleegster de enige uitgang blokkeerde.

Toen de zuster de bezorgdheid van de jonge patiënt zag, legde de zuster meelevend uit: 'Jacob, dit is maar een infuus. Ik weet zeker dat u nu naalden moe bent, maar we moeten ervoor zorgen dat uw lichaam voldoende wordt gehydrateerd voordat u de behandeling ondergaat. Anders krijg je te maken met onplezierige bijwerkingen. "

Jacob staarde de verpleegster met een uitdagende uitdrukking aan. "Kijk dame, ik ben er zeker van dat je gewoon je werk doet, maar ik ga niet akkoord met deze shit. Er is geen manier om in de hel te gaan Ik laat je of iemand anders in deze gekke plek nog een naald steken in me."

"Op jouw manier dan." De verpleegster keek naar het paar. "Heb ik uw toestemming om hem tegen te houden?"

"Ja," bevestigde Simon en ging naar voren om haar te helpen hem stil te houden.

"Ik heb geen toestemming gegeven!" Jacob beet, verdedigend tegen de verpleegster toen ze zijn arm greep.

"Houd alsjeblieft zijn armen vast, alsjeblieft." Jacob hoorde hoe de verpleegster zijn ontvoerders richtte terwijl ze een klein paar katoenen banden van onder het bed trok.

Het duurde een fractie van een seconde voordat de verpleegster zijn armen in de riemen vasthield en toen ze klaar was, lieten Simon en Angelique hun greep op hem zakken en gingen zitten in de stoelen die tegen de muur leunden.

Jacob kookte van binnen toen hij vastgebonden lag en de zuster een naald in zijn arm prikte. Dit werd er niet beter op toen Dr. Kelly de kamer binnenkwam.

“Maak me terug zoals ik was, jij sadistische gek!” Riep Jacob meteen, kokend van woede. “Ik ben niet een of ander laboratorium expiri-“ Hij kokhalsde van de misselijkheid en hoofdpijn die opeens weer boven kwamen. “Ik wil niet zijn als een domme peuter.”

Dr. Kelly glimlachte. “Jacob, ik dacht dat ik je had verteld dat het effect van Restalsis permanent is. Je zal met de tijd groeien en over een jaar of twintig zal je er weer uitzien als vorige week.”

“Je bent ziek én gestoord. Ik heb al een jeugd. Ik wil geen andere jeugd!”

Dr. Kelly negeerde haar schreeuwende patiënt. “Simon en Angelique, kunnen we in de hal verder gaan? Ik vermoed dat Jacob niet van plan is om een normaal gesprek mogelijk te maken met al dit gegil op de achtergrond.”

Ja, natuurlijk, dokter." Antwoordde Angelique.

Toen ze in de gang stonden, opende Dr. Kelly de jaloezieën van de deur voordat ze de deur dicht deed, zodat ze de patiënt in de gaten konden houden.

De dokter draaide zich om naar het echtpaar. "Dus, Jacob ervaart zeker een migraineprobleem dat we eerder bij andere patiënten hebben gezien. Dit kan een beetje schokkend zijn, maar de beste behandeling die beschikbaar is voor zijn migraine is ECT." Ze zweeg en leunde tegen de muur, en gaf de therapeuten een moment om het even. 'Ik weet zeker dat jullie er al eerder van hebben gehoord.'

Simon knipperde snel met zijn ogen, onzeker of hij de dokter correct hoorde. "Elektroconvulsietherapie?" vroeg hij in een iets hogere toon.

"Ja, maar ik wil wel zeggen dat de media er echt goed aan hebben gedaan om de behandeling veel erger te maken dan in de 21e eeuw." Tegenwoordig zijn patiënten nooit wakker en krijgen ze een verdoving waardoor ze niet stuiptrekken.

Angelique merkte op: "Dat is heel anders dan wat ik mij had voorgesteld."

Dr. Kelly knikte. “ECT is een eenvoudige, snelle en effectieve oplossing. Hij zal maar vijftien tot twintig minuten in slaap zijn. Daarna zullen wij hem nog een half uur observeren en daarna mag hij weer mee terug naar huis.”

“Zijn er bijwerkingen waar we rekening mee moeten houden?” Vroeg Simon aarzelend.

“Ja, waarschijnlijk zal vandaag Jacob lijden aan geheugenverlies. We kunnen niet voorspellen hoe erg dit zal uitpakken omdat dit verschilt per patiënt, maar na morgen zal zijn geheugen weer als vanouds zijn.”

“Kunnen we het gedrag verwachten zoals de eerste keer na de behandeling toen hij ontwaakte?” Vroeg Angelique.

“Meneer Hammond heeft het daar over gehad met mij. Ik wilde-“ Uit de lift, een paar meter verderop, kwam meneer Hammond lopen.

“Als we het over de duivel hebben..” Riep Dr. Kelly terwijl ze glimlachte en zwaaide naar meneer Hammond. “We hadden het net over jou, Charles.”

“Oh, waar had je het over? Ik denk dat ik dan precies op tijd ben.” Hammond was duidelijk buiten adem. “Het is een flinke wandeling van mijn kantoor naar dit deel van het pand.”

Dr. Kelly reageerde joviaal: "Het is niet zo dat je de oefening niet nodig hebt."

Charles lachte even voordat hij met een serieuzere uitdrukking naar het echtpaar keek. "Het spijt me te horen dat Jacob zo snel een bijwerking van de Restals heeft gekregen."

Dr. Kelly voegde eraan toe: "Ja, het is verrassend dat het zo snel gebeurde, maar ik ben blij dat het iets is dat we meteen kunnen genezen." Ze legde haar handen in de zakken van haar laboratoriumjas. "Hoe dan ook, vertel ons alstublieft wat er vanmorgen is gebeurd."

Simon en Angelique legden in detail uit hoe Jacob zich had gedragen alsof hij een echte peuter was toen hij wakker werd na de procedure. Simon deelde zijn verhaal over hoe hij tevergeefs probeerde het kind aan het praten te krijgen, en Angelique vertelde hoe Jacob had geschreeuwd voordat hij weer wakker werd en begon te praten.

"Wow, dit hoor ik voor de eerste keer." Gaf Dr. Kelly toe." Wat denk je hiervan, Charles?"

"Eerlijk gezegd, ik weet het niet." Meneer Hammond wreef over zijn kale hoofd. "Ik raad zeker een onderzoek aan. We moeten zijn regressie wat nauwkeuriger volgen."

"Daar ben ik het mee eens." Kelly haalde een pen en een klein noteblokje uit haar zak en schreef een paar aantekeningen op voordat zij zich omdraaide en het echtpaar aankeek." Bedankt voor het delen van deze ontwikkeling met ons. Hoewel dit een unieke situatie is, wil ik toch zeggen dat ik niet denk dat dit een negatieve invloed zal hebben op de regressie van Jacob. Het kan echter bijdragen aan onze begripsvorming van hoe de Restalsis precies werkt."

Simon liet de adem ontsnappen die hij inhield. "Oké, dat is goed nieuws." Het paar hield elkaars hand vast." We waren bezorgd dat er mogelijk serieuze implicaties waren na de gebeurtenissen die eerder vandaag plaatsvonden," gaf hij toe.

Hammond verzekerde hen: "Nee, zijn huidige gedrag laat ons zien dat de procedure werkte zoals verwacht, het kan gewoon het kalmeringsmiddel zijn geweest, daarom willen we dit nader onderzoeken."

Ze stonden met z'n vieren stil in de gang voordat Dr. Kelly diep ademhaalde. “Goed, laten we teruggaan naar Jacob. Ik heb de medicijnen al van de apotheker,” zei ze terwijl ze de spullen uit de zakken van haar witte jas trok.

Simon hield de deur open voor zijn vrouw en Dr. Kelly terwijl ze de medicijnfles in de ene hand hield en een niet-afgesloten spuit in de andere. "Oké, dit is slechts een kortwerkend kalmerend middel en het zal hem ongeveer een half uur laten inslapen." Ze tilde de inhoud van de injectieflacon in de spuit en vervolgde: "Zodra hij volledig slaapt, wil ik jullie verzoeken om de kamer te verlaten. Dan beginnen we meteen aan de ECT."

Jacob probeerde instinctief zo ver mogelijk weg te krabbelen van Dr. Kelly als ze hem benaderde met de spuit, maar door de riemen die hem vasthielden, bewoog hij zich niet eens een centimeter.

Ze injecteerde hem rechtstreeks in zijn infuuspoort en binnen enkele seconden voelde Jacob het kalmeringsmiddel in zijn lijf. Hij concentreerde zich op de details van de kamer en op het gezicht van de verpleegster die de kamer binnenkwam om Dr. Kelly te helpen, om proberen wakker te blijven. Maar toen hij voelde dat Angelique sussend zijn hoofd wreef, viel zijn concentratie weg en sloten zijn ogen.

Dr. Kelly maakte zijn boeien los. "Oké, ik zie je binnen een paar minuten weer in de observatiekamer, dit duurt niet lang. Er staat koffie in de wachtruimte."

“Bedankt,” antwoordde Simon toen ze de kamer verlieten.

****

Het echtpaar had net hun koffie op toen de assistente van Dr. Kelly de wachtkamer in kwam lopen om hen naar de observatiekamer te begeleiden.

“Is het goed gegaan?” Vroeg Angelique toen ze opstonden en de zuster volgden.

Tijdens het lopen naar de kamer, knikte de zuster “Het is allemaal gelukt. De behandeling was succesvol. We wachten nu tot Jacob weer stabiel is. Hij zou snel weer wakker moeten worden.”

Toen ze in de observatiekamer aankwamen lag Jacob nog in slaap. De hartmonitor, die aan hem zat gekoppeld, liet zien dat zijn hart snel klopte. Het koppel ging op de stoelen in de kamer zitten om te wachten tot Jacob wakker werd.

Na een paar minuten gingen de ogen van Jacob open en hij was zich direct bewust van hoe moe hij was en dat zijn spieren helemaal verstijfd voelden. Hij dacht dat hij in de verte stemmen hoorde van mensen die tegen hem probeerden te praten, maar hij was nog te verward om te achterhalen wat er precies werd gezegd. De jonge man raakte nog meer in de war toen een verpleegster de medische apparatuur van hem loskoppelde, maar hij was nog te moe om het echt te laten doordringen en viel weer in slaap.

Net op het moment dat Jacob weer in slaap dommelde kwam Dr. Kelly terug de kamer ingelopen. “Zijn scans na de behandeling zagen er prima uit. Het was een succes. De zuster vertelde me dat hij wakker werd en weer in stabiele toestand was, dus jullie mogen hem mee naar huis nemen.”

“Super bedankt, Dr. Kelly” Reageerden Simon en Angelique tegelijkertijd.

“Geen probleem. Succes met de rit naar huis.” Zei ze terwijl ze de kamer weer verliet. Het echtpaar volgde dit en Simon droeg de slapende jongen naar de auto.

Het duurde niet lang voordat ze terug bij de auto waren. Toen Simon bezig was de kleine jongen in het autostoeltje te zetten, voelde hij dat er aan de mouw van zijn hemd werd getrokken. Hij keek naar beneden om te kijken of Jacob weer wakker was en aan zijn arm trok.

“Simon?” Vroeg hij zachtjes.

Simon maakte de jongen veilig vast in het stoeltje en antwoordde : Ja, wat is er?”

“Waarom komt Nesee niet met ons mee?” Vroeg Jacob.

Simon verstijfde. “Wie?” Vroeg Angelique.

“Zijn kleine zusje.” Reageerde Simon zachtjes.

“Jacob, welk jaar is het?” Vroeg Angelique.

“Ehm..” Jacob geeuwde. “Ik weet het niet.”

Angelique stapte in de auto en Simon deed de achterdeur dicht. “Ben je zo moe?”

“Ja” bevestigde de kleine jongen knikkend met zijn hoofd.

“Nou, het is ook al laat, dus probeer maar wat te slapen.”

Het paar keek toe terwijl hij braaf zijn ogen sloot en zijn hoofd leunde  tegen de zijkant van het zachte kinderstoeltje. Voordat ze de snelweg opreden, was Jacob al in dromenland.

Simon en Angelique waren tijdens de terugrit grotendeels stil. Toen ze rond 1 uur ’s nachts thuiskwamen, sliep Jacob nog. Hij reageerde zelfs niet toen Simon hem uit de auto haalde en naar de kinderkamer bracht.

Simon verschoonde zijn luier voordat hij het snurkende kind in zijn bedje legde en instopte. Hij ging naar de badkamer waar ook zijn vrouw was, waar ze zich klaar maakten om naar bed te gaan in de hoop dat Jacob morgen geen bijwerkingen meer zou hebben.
 

Muisje

Forum gebruiker
Hoofdstuk 12: Geheugenverlies van Jacob

Jacob werd de volgende ochtend uitgerust maar ook duf wakker. Het voelde alsof zijn hele hoofd leeg was. Hij wist niet meer wie hij was, waar hij vandaan kwam of waarom alles zo wazig was.

Hij keek langs de houten spijlen van het bedje en bekeek de decoraties in de kamer. Verder viel hem op dat het meubilair in de kamer er netjes en ongerept uitzag. Verder bewonderde Jacob de witte muren en de schilderijen van zeedieren. Het leek hem redelijk om aan te nemen dat de huiseigenaren het goed zouden moeten hebben.

Naar de verrassend rustgevende mobiel boven zijn bedje starende, hoopte hij dat er herinneringen terugkomen. Op een of andere manier wist hij nog wel algemene triviale dingen. Zo kon hij gemakkelijk de verschillende vissoorten die boven hem ronddraaiden onderscheiden, maar de relevante en belangrijke zaken (zoals over zijn persoonlijkheid) waren verdwenen. Voornamelijk één vraag bleef hem bezighouden.

Waarom kan ik mijn naam niet herinneren?

Angelique ging ’s morgens vroeg naar Jacob om hem te verschonen. Toen ze in het bedje gluurde, was ze verrast dat Jacob al wakker was.

“Wauw, iemand is al vrij voeg op vanmorgen” zei ze vriendelijk, terwijl ze hem uit het bedje tilde en op de commode legde.

Verzonken in gedachten reageerde Jacob niet. Hij keek haar aan met een neutrale uitdrukking op zijn gezicht.

“Hoe voel je je, Jacob?” vroeg ze terwijl ze zijn broekje naar beneden trok en zijn luier afdeed.

Jacob … Oh, ja. Dat is mijn naam. Ik ben Jacob.

Jacob fronste zijn wenkbrauwen en staarde naar de onbekende vrouw. “Wat is er gebeurd? Ik weet het niet … ik kan mij niets herinneren” gaf hij toe, terwijl hij zijn hoofd krabde.

“We moesten je gisteren naar het ziekenhuis brengen, waar je een behandeling hebt ondergaan. De dokter vertelde ons dat geheugenverlies een normale bijwerking is. Maar, voor het einde van de dag zou dit weer over moeten zijn.” vertelde Angelique rustig tijdens het verschonen en ze deed zijn broek weer goed.

“Wat voor behandeling heb ik gehad?” vroeg Jacob.

“Je had vreselijke migraine. Voelt je hoofd nu beter?”

Jacob knikt “ik denk het wel. Ik voel nu geen pijn.”

“Gelukkig. Zullen we gaan ontbijten? Ik weet zeker dat je honger hebt. Het is namelijk al een tijdje geleden dat je voor het laatst iets hebt gegeten.” Stelde ze voor, terwijl ze bukte om de babydoekjes en poeder terug onder de commode te leggen.

“Oké” zei Jacob en deed uit zijn eigen z’n armen in de lucht om te worden opgetild.

Angelique aarzelde even toen de kleine jongen uit zichzelf zijn armen in de lucht hief. Het was vreemd hoe hij regelmatig wisselde tussen meewerkend en rustig en niet meewerkend en zich verzetten.

Omdat ze wist dat deze meewerkende bui niet lang zou duren, besloot ze om zo lang mogelijk van dit moment te genieten en ze pakte hem op.

Ze droeg hem naar beneden en zette Jacob in de hoge kinderstoel.

“Ik zal wat te drinken voor je pakken, terwijl ik het ontbijt ga maken” Zei Angelique terwijl ze naar de koelkast liep.

Jacob keek toe hoe de mysterieuze vrouw een bekertje met melk vulde en dit opwarmde. Na het opwarmen voelde ze of het niet te warm geworden was en ze gaf hem de beker.

Hij nam het van haar aan en begon zachtjes te drinken. Met het drinken probeerde Jacob uit te vinden hoe haar tevreden en vriendelijke uitdrukking zo’n impact op hem had.

Tijdens het drinken keek hij aandachtig hoe de mysterieuze vrouw het ontbijt klaar maakte.

“Ik had niet verwacht dat er al twee vroege vogels beneden zouden zijn.” Zei Simon speels toen ook hij de keuken binnenkwam.

“Ha, ik ook niet. Jacob was al wakker toen ik in de kinderkamer kwam.” Antwoordde Angelique.

Simon ging voor de stoel van Simon staan. “Hoe gaat het vandaag, maat?”

Jacob keek zwijgend toe. Hij kon niet precies plaatsen van waar of waarom hij hem kende, maar de herinneringen kwamen weer naar boven.

“Jij bent Simon.” Zei hij verbaasd. Zowel Simon als ook Angelique keken verrast op.

“Ja, Jacob. Dat ben ik. Herinner je je dat net?”

“Ja, maar dat is alles wat ik mij kan herinneren.” Bevestigde Jacob, al kijkend naar de vloer.

“Dat geeft niet. Het is een goede start. Het heeft even tijd en geduld nodig om het geheugen terug te krijgen. Je hoeft niet van slag of gefrustreerd te raken als het nog niet lukt. Je krijgt het echt weer terug.” Verzekerde Simon aan de kleine jongen.

Hij ging zijn vrouw helpen in de keuken en nadat het paar klaar was met het bereiden van het ontbijt, liep Angelique naar de kinderstoel. Ze plaatste een bord op het blad van de kinderstoel. "Eet maar lekker op." Jacob realiseerde zich pas hoe hongerig hij was toen de kleine pannenkoeken, aardbeien en plakjes hardgekookte ei voor hem lagen. Hij hoefde geen moment te aarzelen om zijn mond vol te proppen. Het bord was leeg voordat hij het wist.

Hij zat tevreden tegen de rugleuning van de stoel te leunen. Zijn gezicht en handen waren plakkerig van de stroop en aardbeienresten. Terwijl hij eraan dacht hoe lekker het eten was, vroeg hij zich af of deze gerechten misschien wel zijn lievelingseten was voordat hij zijn geheugen verloor. Knikkend met zijn hoofd besloot hij dat hij het zeker wist, want de maaltijd was gewoon te lekker.

"Is je buik vol?" Vroeg Angelique, waarmee ze Jacob uit zijn diepe gedachten haalde.

De kleine jongen had het niet eens gemerkt dat de volwassenen ook al klaar waren met eten. Simon was zo diep verzonken in gedachten, dat hij niet eens had gezien dat ze al hadden afgeruimd.

"Ja. Dank je. Het was heerlijk."

“Graag gedaan en dat is ook te zien. We zullen je eerst even schoonmaken.” Zei ze, terwijl ze zijn handen en gezicht afveegde met een nat doekje.

Toen ze klaar was, bleef Jacob in de hoge stoel zitten terwijl Angelique de vuile doekjes in de prullenbak gooide.

“Zal ik de afwas doen?” Bood ze aan, terwijl Simon de kraan opendraaide.

"Weet je het zeker?"

“Ja, Jacob moet nodig in bad en ik dacht dat ik jou dat maar zou laten doen.”

"Ah." Simon draaide de kraan dicht, nam Jacob uit de kinderstoel en droeg hem naar boven.

Toen ze samen de badkamer binnenkwamen, ving Jacob een glimp van zichzelf op in de spiegel voordat Simon hem op de zette.

Terwijl Simon de kraan in de badkuip opendraaide, bekeek de kleine jongen zijn kleine lichaam grondig, realiserend dat hij zich niet zo klein voelde als zijn spiegelbeeld in de badkamerspiegel toonde, maar hij stond er niet te veel bij stil. Misschien ben ik gewoon klein voor mijn leeftijd.

Simon waste Jacob in het bad en de peuter bleef rustig gedurende het hele proces en volgde gehoorzaam alle aanwijzingen van de oudere man op. Toen Simon klaar was met het afdrogen van het kind, wikkelde hij hem in de handdoek en droeg hem naar de kinderkamer.

Jacob geeuwde terwijl hij een luier om kreeg en werd aangekleed.


Toen Simon klaar was, zei hij tegen de kleine jongen: “Ik denk dat je het vandaag rustig aan moet doen. Dus, wat dacht je ervan dat jij en ik wat tijd op de bank doorbrengen? Je kunt naar tekenfilms kijken. Klinkt dat leuk?”

Jacob knikte en Simon tilde hem op en droeg hem naar beneden. De oudere man pakte de afstandsbediening en legde hem op de bank. Hij zette de tv aan en zapte naar Disneychannel. Vervolgens pakte hij zijn tablet. Simon plofte naast Jacob neer en zette zijn tablet aan, met de bedoeling de artikelen in zijn leeslijst door te nemen.

Jacob vestigde zijn aandacht op de tekenfilm die op de tv werd afgespeeld. De show volgde een vrolijke, blauwe octopus en zijn hond terwijl ze de stad doorkruisten met hun dagelijkse boodschappen. De kalme stem van de hoofdpersoon was vooral geruststellend voor de kleine jongen, en halverwege de aflevering ontspande Jacob zich volledig op de bank. Om de paar minuten dommelde Jacob weg, terwijl hij probeerde wakker te blijven, en een paar minuten voordat de aflevering voorbij was, verloor hij uiteindelijk de strijd en viel in slaap.

Simon was net klaar met het lezen van een artikel toen hij keek en zag dat Jacob diep naast hem lag te slapen. Hij gebaarde zwijgend naar Angelique terwijl ze in de keuken een lijst aan het maken was tot hij haar aandacht trok. Toen ze dichterbij kwam, fluisterde hij tegen haar: “Wil je op hem letten terwijl ik de box klaarzet?”

"Oke."

De man van middelbare leeftijd ging naar boven om een deken en de opvouwbare box uit de kast in de kinderkamer te pakken, en toen hij terugkwam in de woonkamer, haalde hij hem uit de draagtas en zette hem snel naast de bank neer. Toen hij klaar was, droeg Angelique de kleine jongen in haar armen, voorzichtig om hem niet per ongeluk wakker te maken, en legde hem in de box.

***

Toen Jacob wakker werd, strekte hij zijn armen uit. De onmiskenbare textuur van het mesh-materiaal (gaasachtig geweven textiel) tegen zijn huid zorgde ervoor dat hij onmiddellijk zijn ogen opende. Toen hij rechtop ging zitten, realiseerde hij zich langzaam dat hij in een box zat, en hij was helemaal wakker tegen de tijd dat Simon hem een paar minuten later opmerkte.

“Heb je lekker geslapen?” Vroeg hij, terwijl hij de kleine jongen een tuitbeker met water gaf.

Jacob wreef met zijn vrije hand in zijn ogen. "Ja, ik ben niet meer moe."

“Dat is goed. Bovendien werd je net op tijd wakker voor de lunch.”

***

Nadat het trio klaar was met het eten, ruimde het paar af en deed de afwas.

“Ik ga naar boven en neem een warm bad.” Zei Angelique tegen haar man.

“Is goed, ik denk dat ik Jacob mee naar buiten neem op de veranda voor wat frisse lucht en zonneschijn.”

"Dat klinkt als een goed plan." Ze liep langs Jacob, die stilletjes achter Simon stond, en klopte hem zachtjes op zijn rug. “Geniet van het uitzicht, kleine man.” Moedigde ze het kind aan en liep de trap op.

Simon deed de voordeur open en wachtte tot Jacob de veranda opliep. De kleine jongen nam plaats in de grote stoel en nadat Simon de deur achter hen had gesloten, ging hij naast hem zitten.

Simon haalde diep adem en genoot duidelijk van de frisse lucht en ontspande zich in de stoel, terwijl hij zwijgend genoot van het uitzicht op het meer.

Simon wees naar de bladeren van de bosbomen die van kleur begonnen te veranderen. “De herfst is een tweede lente waarin elk blad een bloem is” reciteerde hij, terwijl hij zijn armen boven zijn hoofd uitstrekte.

Er ging een lampje branden in Jacobs hoofd. Het citaat dat Simon reciteerde, weergalmde in zijn hoofd. Dit was niet de eerste keer dat hij dit citaat hoorde. Hij wist niet hoe, maar wist dat het een citaat was van Albert Camus, een Franse filosoof. Hij had het een jaar geleden gehoord, maar hij kon het niet plaatsen.

Terwijl hij zich zo goed mogelijk op de herinnering focuste, kwamen langzaamaan steeds meer details bij hem terug. Hij was in een kamer aan het praten met iemand. Hij zat op een bank in een verlichte kamer te praten met iemand die een notitieblok vasthield en aantekeningen maakte. Hij was in een praktijk in gesprek met zijn therapeut. Hij sprak met Simon, zijn therapeut.

Met het terugkomen van die herinnering volgde de rest snel en eindelijk werd alles logisch voor hem. Hij voelde zich geen kind omdat hij er geen was. Hij was tweeëntwintig jaar oud. Simon was zijn therapeut en hij ontvoerde hem en nam hem mee naar St. Ives waar dokter Kelly hem in een peuter had veranderd.

Verbaasd accepteerde Jacob de harde realiteit waarmee hij werd geconfronteerd. Hij was niet veilig in dit huis met zijn ontvoerders, en bovenal moest hij zien weg te komen.

De jongeman verwachtte dat hij nooit meer zo'n kans zou krijgen als zijn ontvoerders eenmaal beseften dat hij zijn herinneringen terug had. Zijn ticket naar vrijheid was hier. Hij hoefde alleen maar te wachten tot het juiste moment.

Ze bleven zwijgend zitten tot de oudere man uiteindelijk vroeg: “Zullen we weer naar binnen gaan?”

Jacob verstijfde, bang dat hij zijn eerdere gezichtsuitdrukking van onverschilligheid jegens zijn ontvoerder niet zou kunnen volhouden. Hij dacht snel na, wendde zijn ogen naar de grond en knikte langzaam met zijn hoofd.

“Dat is goed. Het is waarschijnlijk tijd om aan het avondeten te beginnen” Troostte Simon hem, denkend dat de kleine jongen zich schaamde om zijn verlangen kenbaar te maken om weer terug naar binnen te willen gaan.

Toen de man van middelbare leeftijd opstond en zich omdraaide om de deur te openen, rende Jacob de trap af naar de veranda en rende zo snel als hij kon over het pad aan de rand van het meer. Hij was van plan zo snel mogelijk het bos in te gaan en de bomen als dekking te gebruiken.

Hij was er zeker van dat zijn plan zou werken. Hij had alleen bescherming nodig van de autoriteiten totdat hij het dichtstbijzijnde medisch onderzoekscentrum kon bereiken en hen kon laten uitzoeken hoe de leeftijdsdaling ongedaan kon worden gemaakt.

"Jacob!" Riep Simon.

De jongeman draaide zich niet eens om. Hij gebruikte al zijn energie om te rennen naar het bos. Zijn longen brandden en zijn beenspieren deden pijn. Zijn kleine lichaam was niet aan veel fysieke inspanning gewend, maar hij pushte zichzelf, vastbesloten om niet te lang in gevangenschap vast te zitten. Hij kon zijn ontvoerders niet zomaar met zijn geest laten rotzooien. Alleen al de gedachte om een volgzame peuter te worden waar ze samen mee konden spelen, was meer dan genoeg reden om maximale inspanning te leveren.

Toen hij de eerste boom van het bos passeerde, nam hij aan dat hij nog maar een paar seconden verwijderd was van het begin van de tweede fase van zijn plan, maar zijn dromen vielen uiteen toen hij plotseling werd opgetild en midden in de lucht nog probeerde te spartelen, terwijl hij stevig onder de arm van zijn ontvoerder werd vastgehouden.
 

Muisje

Forum gebruiker

Hoofdstuk 13: Jacobs’ angst​

Simon besloot wat hij die avond als diner wilde eten, draaide de deurknop om en stond op het punt het kind het huis binnen te leiden, maar het onmiskenbare geluid van voetjes die snel over de houten buitenvloer achter hem trippelden, zette hem ertoe aan zich onmiddellijk om te draaien.

Zonder aanwijsbare reden sprintte Jacob over het erf naar het pad bij het meer. Simon snelde direct achter hem aan in de hoop het kind te vangen voordat hij zichzelf in gevaar kon brengen.

"Jacob!" riep hij hem na en wenste dat het kind zou ontsnappen uit de vluchtreactie die hij leek te ervaren. Hij hoopte dat dit niet weer een vreemd bijeffect was van de Restalsis.

Hij rende achter het kind aan en had er spijt van dat hij zo uit vorm was. Hij dacht erover na en hield zich niet aan zijn Nieuwjaars voornemen die hij had voorgenomen. De laatste keer dat hij naar de sportschool was geweest, was ongeveer twee jaar geleden, maar nu hij het kleine kind moest achtervolgen, stelde hij voor dat hij de motivatie zou vinden om de schade goed te maken.

Toen ze dichter bij het bos kwamen, begon Simon zich zorgen te maken. Hij wist dat het buitengewoon moeilijk zou zijn om Jacob te vinden als hij eenmaal tussen de bomen verborgen was. Hij gebruikte al zijn energie om de afstand van twee meter tussen de twee te dichten. Net toen het kind de tweede boom passeerde, tilde hij hem schrijlings op en nam hem onder zijn arm.

Hoe opgewonden hij ook was, Simon wilde niet meteen een poging tot een gesprek met het kind beginnen. In plaats daarvan concentreerde hij zich erop op adem te komen en de tegenstribbelende jongen vast te houden terwijl hij terugliep naar huis.

"Nee! Help me!" schreeuwde Jacob, in een poging zich uit de stevige greep te wurmen.

"Jacob! Kom op, doe rustig!" Simon schold hem uit, lichtelijk geïrriteerd omdat hij zo ver moest rennen om het vluchtende kind weer veilig thuis te krijgen. Hij wist dat niemand het geschreeuw van de jongen kon horen, aangezien het huis relatief afgelegen lag. Sterker nog, de naaste buurman was een paar kilometer verderop.

Toen hij de trappen van de veranda opliep, schreeuwde de kleine jongen, met duidelijke wanhoop in zijn stem: “Help!”

Het spartelen en wurmen van Jacob werd zo intens dat Simon maar lastig de neiging kon onderdrukken om het kind flinke billenkoek te geven. Hij was echt niet iemand voor het geven van fysieke straffen, maar Jacobs gedrag gaf nu wel de aanleiding om er toe in staat te zijn. De kleine jongen had de relatief korte trip buitengewoon moeilijk gemaakt.

Zodra ze binnen waren, ging Simon naar de woonkamer waar hij het spartelende kind in de box zette. Een paar centimeter van de box af stond hij over zijn pijnlijke spieren te wrijven, toen Angelique naar beneden kwam.

“Ik hoorde de commotie buiten. Wat is er gebeurd?” vroeg ze, terwijl ze onder aan de trap stond in een badjas.

Simon moest eerst even op adem komen van de sprint voordat hij het kon uitleggen: “Toen ik me even omdraaide om de deur open te doen, rende Jacob het pad af richting het bos.”

Jacob stond snel op en leunde tegen de rand van de box. "Het was goed wat ik deed. Je bent gewoon gek als je denkt dat ik ooit zal stoppen met proberen om te ontsnappen" Vertelde hij vol vertrouwen tegen hen. Hij was van plan om alle waanideeën te doorbreken die zijn ontvoerders zouden kunnen hebben over dat het trio bestond uit een gelukkig gezin.

“We proberen je geen kwaad te doen.” expliciteerde Angelique met zachte stem.

“Laat mij dan gaan, zieke klootzakken.”

“Denk om je taalgebruik, Jacob” berispte Simon hem prompt.

“Je bent mijn vader niet. Hou je bek” sneerde Jacob.

Simon kneep in de bovenkant van zijn neus en haalde diep adem om het hoofd koel te houden. “Jacob, je blijft in de box totdat je voldoende bent gekalmeerd om te praten over je gedrag en wat onze verwachtingen zijn.”

“Oh, je laat me eindelijk met rust zoals ik al had gevraagd? Super!”

Simon schudde afkeurend zijn hoofd en zonder nog een woord te zeggen liep hij naar de keuken en Angelique volgde hem.

Zittend in de box kon Jacob hen een gesprek horen voeren, maar ze waren te ver weg om te verstaan wat ze zeiden, niet dat het hem iets kon schelen. Het enige waar hij aan dacht was het doorstaan van deze tijd in gevangenschap en het plannen van toekomstige ontsnappogingen.

Jacob dacht na over zijn mislukte ontsnappingspoging. Hij was zo dicht bij het bos. Zo dicht bij vrijheid. Hij kon niet geloven dat Simon hem zo snel kon inhalen, maar de jongeman schreef het toe aan zijn peuterlichaam. Als hij niet zo was verjongt, had hij Simon zonder al te veel moeite kunnen afschudden in het bos.

Hij wist niet zeker of hij binnenkort nog een kans zou krijgen om te ontsnappen. Hij nam aan dat het waarschijnlijk een paar dagen zou duren voordat een van hen niet meer zo strikt zou opletten, maar hij besloot het af te wachten. Hij was ervan overtuigd dat er weer een kans zou voordoen. Tot dat moment moest hij er gewoon op voorbereid zijn.

Na ongeveer een kwartier kwam Simon terug naar de box.

"Ben je voldoende afgekoeld om te praten?" vroeg hij, naar beneden kijkend om oogcontact te maken met het opstandige kind.

“Rot op” antwoordde Jacob boos naar zijn voormalige therapeut.

“Is goed” reageerde Simon met een vlakke toon en liep terug naar de keuken.

Jacob zat zwijgend de woonkamer te observeren, op zoek naar mogelijke routes om te ontsnappen. Het was een open plattegrond die zijn toekomstige ontsnappingspogingen erg uitdagend zou maken. Hij vroeg zich af wat er achter de gesloten deur bij de trap zat. Een nieuwe mogelijke uitgang zou een zegen zijn, aangezien ontsnappen via de ramen onmogelijk is door zijn kleine lichaamsbouw.

Een half uur later kwam Angelique om een blauw plastic bakje in de box te zetten. “Ik heb een burrito voor je gemaakt als avondeten en ik heb wat warme melk voor je meegebracht.” Zei ze terwijl ze ook een tuitbekertje gevuld met melk in de box zette.

Hij dook in de hoek van zijn gevangenis en ging met zijn hoofd tegen de stevige maar gestoffeerde hoek zitten. Zijn maag rommelde van de honger, maar hij sloot gewoon zijn ogen en concentreerde zich op het ontdekken van de zwakheden van zijn ontvoerders die hij in de toekomst zou kunnen gebruiken in zijn voordeel.

Na ongeveer een kwartier onderbrak Simon abrupt zijn gedachtestromen. “Waarom eet je niet?” vroeg hij op een no-nonsense toon.

Jacob spotte “Ik ben niet zo goedgelovig om te denken dat jullie me niet proberen te drogeren.”

Het gezicht van de oudere man vertrok tot een glimlach. “Jacob, als we bereid waren zo ver te gaan, denk je dan niet dat we je dan gewoon zouden injecteren?”

Jacob was stomverbaasd en voelde zich dom. Hij had geen weerwoord terug, want daar had hij helemaal niet aan gedacht.

Simon was verheugd om de verlegenheid op het gezicht van het kind te zien. Hij had het gevoel dat het eindelijk tot hem doordrong en hoopte dat dit het begin was van het flagrante gebrek aan respect, voor hem en Angelique, dat (eindelijk) ten einde liep.

“Eet nou maar.” instrueerde hij, terwijl hij terugliep naar de keuken om de afwas af te maken.

Jacob wachtte tot Simon weer de keuken in was gelopen voordat hij naar het bakje kroop en aan de burrito rook. De gekruide bonen en gegrilde kip roken heerlijk. Hij nam voorzichtig een hap van de burrito en herinnerde zichzelf eraan dat hij energie nodig had voor zijn volgende ontsnappingspoging.

Nadat zijn honger was gestild, lag hij, met tussenpozen, al ongeveer een uur in de hoek van de box in slaap te dommelen. Angelique zag dit en kreeg medelijden met hem.

“Tijd om naar bed te gaan, kleine knorrepot.” kondigde ze aan.

Hij had niet de energie meer om haar aan te kijken op het moment dat ze hem optilde.

Ze liepen in stilte naar de kinderkamer, waar Angelique hem op de commode legde en een paar sneetjes in zijn voeten opmerkte.

"Doen je voeten pijn?"

Hij was in de war totdat hij de onderkant van zijn voeten in zijn zicht hield en een paar ondiepe sneden zag die niet eens bloeden.

"Nee niet echt."

"Hmm" mompelde ze, terwijl ze zijn kleren uittrok en deze in de wasmand gooide.

Jacob was tijdens het verschonen al half vertrokken naar dromenland. Hij bood geen enkele weerstand toen ze hem zijn schone pyjama aantrok.

Toen hij eenmaal volledig was aangekleed voor de nacht, bleef Jacob dommelen op de commode. Hij werd weer wakker toen Angelique hem naar de badkamer tilde en hem op de wastafel zette.

Angelique pakte een paar dingen uit het medicijnkastje en maakte de onderkant van zijn voeten voorzichtig schoon met alcohol. Ze blies er geruststellend op totdat het droog was. Nadat Angelique wat EHBO-zalf over zijn voeten had gewreven, deed ze sokken aan bij Jacob.

Toen ze terug waren in de kinderkamer, legde ze het kind in het ledikantje en stopte hem liefdevol in.

“Welterusten, Jacob. Droom zacht” zei ze terwijl ze de mobiel boven hem aanzette en de verlichting uit deed.

Nadat Angelique de deur achter zich had gesloten, ging Jacob in het ledikant liggen nadenken over wat de toekomst hem zou brengen. Hij schaamde zich voor zijn rustige gedrag nadat hij had gegeten, maar zijn ontsnappingspoging had al zoveel van zijn energie gevergd. Daar bovenop was het hebben van een volle maag gewoon te veel. Hij besloot zich weer zoveel mogelijk te verzetten als hij morgen wakker werd.

Hij draaide zich om, en probeerde niet naar de stomme mobiel boven hem te kijken, en viel al snel in een diepe slaap.
 

Muisje

Forum gebruiker

Hoofdstuk 14: Jacobs’ woede​


De volgende ochtend werd Simon voordat de zon opkwam wakker. Hij was gaan slapen toen Angelique Jacob in bed legde, wat behoorlijk vroeg voor hem was. Hij was best wel een nachtbraker, maar de ontsnappingspoging van Jacob en alle commotie eromheen had hem uitgeput.

Volledig aangekleed na het douchen liep Angelique terug de slaapkamer in op weg naar de kinderkamer. Toen ze zag dat haar man ongebruikelijk vroeg wakker was, vroeg ze zachtjes: “Heb ik je wakker gemaakt?”

“Nee, ik denk dat ik vanzelf wakker werd.” zei hij, terwijl hij zijn benen strekte en opstond.

“Jacob zorgt er anders wel voor dat je vroeg wakker wordt. Volgende week heb je grijze haren.” plaagde ze haar man.

Simon schudde zijn hoofd en grinnikte. “Over de kleine draak gesproken, ik zal deze ochtend voor hem zorgen, als je het niet erg vindt.”

“Ik niet. Dat komt eigenlijk goed uit. Dan kan ik straks aan de slag in de keuken.” Legde ze uit, terwijl ze het bed weer netjes opmaakte.

Simon ging naar de badkamer waar hij zich klaarmaakte voor de dag en zich mentaal voorbereidde op de brutaliteit die hij van Jacob verwachtte.

****

Jacobs slaap kwam geleidelijk aan ten einde nadat de eerste zonnestraal in zijn ogen scheen. Hij draaide zich om en trok het deken over zijn hoofd, in de hoop nog een paar minuten slaap te pakken. Hij verlangde ernaar om terug te keren naar dromenland, aangezien dat zijn enige ontsnapping was uit zijn nieuwe realiteit van gevangenschap.

Hij zuchtte, accepteerde dat hij niet meer in slaap zou vallen en trok het laken van zijn gezicht. Het duurde even voordat zijn ogen aan het licht in de kamer waren aangepast.

Hij rekte zich uit, knipperde met zijn ogen en geeuwde. Pas toen hij op zijn zij ging liggen, besefte hij dat zijn luier nat was. Dat was een van de moeilijkste aspecten van zijn regressie voor de jongeman. In zijn slaap werd hij door zijn eigen lichaam verraden dat de regressie echt was.

Hij ging in het ledikant staan, trok zijn pyjamabroek naar beneden en schopte ze uit. Hij rukte de plakkers van zijn luier los en gooide ‘m naar de tegenoverliggende hoek van het ledikant. In een woedeaanval besloot hij zijn ochtendplas te plas doen. Hij ging boven de luier staan en probeerde erin te plassen.

Ervan uitgaande dat het niet lang zou duren voordat een van zijn ontvoerders opdook, probeerde hij uit het ledikant te klimmen. Hij dacht dat hij misschien zou kunnen ontsnappen terwijl ze nog sliepen, ervan uitgaande dat ze niet alle deuren op slot hadden gedaan.

Toen Simon de kinderkamer binnenkwam, werden zijn ogen onmiddellijk groot van verbazing toen hij zag dat de kleine jongen het ledikant uit probeerde te klimmen.

"Shit!" Riep Jacob, terwijl zijn voet weggleed met het over de rand proberen klimmen van het ledikant. Hij schopte tegen de houten spijlen in een poging om weer grip te krijgen. Zonder de grip van zijn voeten gleed hij van de tralies. Hierdoor stootte hij zijn hand met als gevolg dat hij de grip verloor en over de rand viel.

"Jacob!" Schreeuwde Simon, terwijl hij naar voren rende en net op tijd het vallende kind opving. "Wat dacht je?" waarschuwde hij, terwijl hij de jongen overeind zette.

Jacob was ontdaan en zei niets. Het besef kwam naar boven dat hij zich flink had kunnen bezeren als Simon hem niet had opgevangen.

“Wat is er met je luier gebeurd?” Vroeg Simon, terwijl hij rondkeek in de kamer.

De jongeman had niet eens meer door dat zijn onderlijf bloot was, totdat Simon hem erop wees. Op de een of andere manier had hij er niet aan gedacht om zijn pyjamabroek weer aan te trekken voordat hij uit het ledikant probeerde te klimmen. Hij voelde zijn gezicht rood worden, maar onderdrukte snel de verlegenheid. Vastbesloten geen zwakte te tonen, verzamelde hij zoveel mogelijk bravoure (dapperheid).

“Ik heb hem in mijn kooi laten liggen, maar maak je geen zorgen. Ik heb hem wel gebruikt.” Antwoordde Jacob met een grijns op zijn gezicht.

Simon fronste zijn wenkbrauwen en tuurde in het ledikant om de luier te vinden. Met dat hij over de rand boog, werd hij direct verrast door de onaangename geur van urine. Hij zag dat het bleekgele zich vermengde met de lichtblauwe kleur van het laken onder de luier en hoopte dat het matras niet doorweken was.

Het zou één ding zijn als de rotzooi per ongeluk was veroorzaakt, maar de oudere man wist dat Jacob het expres had gedaan om hem te irriteren. Het was een walgelijke manier om in opstand te komen en Simon keek er zeker niet naar uit om het op te ruimen. Zijn dag was net begonnen, en het kind was nu al bezig met het op de proef stellen van zijn geduld.

Hij draaide zich weer om naar de kleine jongen en gaf hem een ferme berisping, terwijl hij met zijn vinger in de lucht zwaaide: “Doe dat niet nog een keer. Als je zomaar je luier zonder toestemming af doet, heeft dat gevolgen.”

“Ik zou wel willen zien dat je me probeert tegen te houden.” Spotte Jacob.

Simon trok een wenkbrauw op. “Wil je echt wanten om je handen hebben?”

Jacob kneep zijn ogen tot spleetjes en keek uitdagend. "Dat zou je niet doen."

“Als je het nog een keer doet, is dat precies wat er gaat gebeuren. Wordt dat begrepen?”

De kleine jongen fronste maar reageerde niet.

“Jacob, is dat begrepen” Herhaalde Simon, terwijl hij met een no-nonsense blik de kleine jongen aankeek.

“Ja.” Antwoordde Jacob met tegenzin. Hij keek weg en vroeg: “Mag ik nu mijn broek terug?”

"Hmm." Simon zweeg even. “Aangezien je je al gedeeltelijk hebt uitgekleed, kun je net zo goed voor het ontbijt in bad gaan” besloot hij, terwijl hij bukte en het pyjamajasje van de kleine jongen uittrok.

Nadat hij de spijlen van het ledikant had laten zakken, Haalde hij snel de vuile lakens af. Terwijl hij het linnengoed in de wasmand gooide, had hij de waterdichte matrasbeschermer nog nooit zo erg gewaardeerd. Het was de enige reden waarom hij nu niet naar de winkel hoefde om een nieuwe matras te halen.

“Kom op, Jacob. De badkamer is net om de hoek. Volg mij.” instrueerde hij, terwijl hij de slaapkamerdeur opendeed en wachtte tot Jacob als eerste de kamer uitstapte.

De jongeman overwoog even om de trap af te rennen, maar hij weerstond de verleiding. Hij moest zichzelf eraan herinneren dat ontsnappen alleen zou lukken als hij voorbereid was en geduldig op het juiste moment wachtte. Hij wist dat het op dit moment geen zin had om te ontsnappen. Dat zou zijn ontvoerders alleen maar dwingen om nog voorzichtiger te zijn, en dat zou hem niet helpen weg te komen. Hij moest ze zover krijgen dat ze hun waakzaamheid zouden laten zakken, of op zijn minst een klein beetje.

Simon liep de badkamer in en Jacob volgde hem op de voet. Hij pakte een schone handdoek en een washandje en vouwde ze allebei over het handdoekenrek. Hij tilde de naakte jongen op en zette hem op de wasbak.

“Je tanden moeten worden gepoetst.” Zei Simon, terwijl hij Jacobs tandenborstel afspoelde en er een klodder tandpasta op kneep. "Mondje open."

Jacobs’ linkeroog trilde. Dit was een heel nieuw dieptepunt. Hij herinnerde zich nauwelijks de laatste keer dat zijn moeder zijn tanden voor hem had gepoetst toen hij nog een kind was.

Hij haalde rustig adem en deed zijn mond open, walgend van wat hij ging ervaren. In een poging om geen oogcontact te maken met Simon terwijl zijn trots een grote deuk opliep, concentreerde hij zich op de badkamerdecoraties.

Net als de kinderkamer had ook de badkamer een oceaanthema. Het douchegordijn was blauw met een golvend ontwerp en als bad speelgoed lagen er wat zeedieren op de rand van het bad. De matten waren lichtblauw en de kuip was ivoorwit. Toen Simon hem toestond zijn mond te spoelen, zag hij dat de zeepdispenser ook versierd was met zeedieren.

Simon draaide de kraan dicht, zette Jacob in het bad en draaide het warme water open. Ze wachtte in stilte tot het bad volliep. Toen Simon de watertoevoer dichtdraaide, onderbrak Jacob abrupt de stilte.

"Wat wil je van me?" vroeg hij met verscherpte toon.

“Minder uitdagendheid en veel meer gehoorzaamheid zou een goed begin zijn” antwoordde Simon brutaal, terwijl hij de rug van de kleine jongen waste met een washandje.

“Nee, waarom ben ik hier? Waarom laat je me niet gewoon gaan?” vroeg hij met een krakende stem door de frustratie.

“Weet je nog dat we het tijdens de therapie hadden over jouw innerlijke pijn dat je als kind had ervaren?”

Jacob knipperde een paar keer met zijn ogen, niet zeker wetende waar Simon heen wilde. “Ja, en ik zei toch dat de oefening zinloos was?”

“Dat klopt, maar het was niet zinloos. Het was een noodzakelijke stap van de behandeling in je genezingsproces. Omdat je weigerde het te doen, geeft het medicijn dat de dokter je gaf je de kans om weer kind te worden. We krijgen de kans om de nodige heropvoeding te doen die je anders niet had gehad."

'Het maakt natuurlijk niet uit wat ik wil. Is het wel?'

“Nadat je had getracht om je leven te beëindigen niet meer nee.” verduidelijkte Simon.

Jacob zuchtte. Hij liet de stilte terugkeren en wilde geen energie meer verspillen aan het voortzetten van het gesprek. Hij had al vaak dezelfde cirkelredenering doorstaan. Het was alsof niemand leek te begrijpen dat hij het recht had om te kiezen voor een einde van zijn leven. Hij accepteerde dat ze niet van gedachten zouden veranderen en hij zou de zijne niet veranderen.

Hij dacht dat het toch niet uitmaakte. Als hij eenmaal wegkwam en een dokter had gevonden die hem kon herstellen naar de oude hij, zou hij vrij zijn om zijn leven te beëindigen zoals hij had gepland. Tijdens dat Simon hem afspoelde en afdroogde, bracht hij de tijd door met het fantaseren over de vrijheden van volwassenen waarvan hij zeker nog een keer zou kunnen genieten.

Toen ze klaar waren in de badkamer, nam Simon hem mee naar de kinderkamer en deed hem een luier om. "Denk eraan dat je deze niet mag afdoen. Doe het niet nog een keer.", waarschuwde hij de kleine jongen.

Jacob rolde met zijn ogen. "Ja, ik snap het."

“Goed zo. Nou, het is bijna tijd voor het ontbijt.” zei hij toen hij klaar was met het aankleden van Jacob. Hij tilde hem van de commode en toen ze de keuken binnenkwamen, vroeg Angelique meteen: “Wat hield jullie zo lang bezig?”

"Ik heb Jacob in bad gedaan, omdat hij zijn luier zonder toestemming af had gedaan en een puinhoop in het ledikant achterliet die ik moest schoonmaken."

“Wauw, een hele ochtend” merkte ze op met een verbaasde uitdrukking op haar gezicht.

“Inderdaad. Zo, we zetten jou in de kinderstoel zodat we kunnen gaan ontbijten.”

“Wat? Nee, ik ga niet in de kinderstoel. Ik ben verdomme geen baby”, snauwde Jacob.

Het was allemaal te veel voor de jongeman. Hij had al geleden tijdens het badderen, verschonen en aankleden. Hij mocht niet eens zijn eigen tanden poetsen. Nu verwachtten ze dat hij in een kinderstoel zou gaan zitten alsof hij niet in een gewone stoel kon zitten zonder om te vallen.

“Jacob, wat is dat voor taalgebruik! Vanaf nu tolereren we geen gevloek meer. Elke keer dat je een scheldwoord gebruikt, krijg je vijf minuten time-out”, zei Simon streng.

Hij pakte Jacob bij zijn arm en liep naar de kast, pakte een kleine opstapkruk en zette die in de hoek van de keuken.

“Je blijft hier vijf minuten zitten totdat we klaar zijn met het klaarmaken van het ontbijt. Gebruik deze tijd om na te denken over hoe je schelden in de toekomst kunt voorkomen”, zei Simon, wijzend naar de kruk.

Jacob beet van ergernis op zijn tong en stemde toe. Hij liet zich langzaam zonder argwaan op de kruk zakken, omdat hij de situatie niet erger wilde maken. Het was de bedoeling dat hij ervoor zorgde dat ze niet op hun hoede waren, en op de een of andere manier kreeg hij al problemen voordat de ochtend voorbij was.

Hij nam de tijd om in de diepten van zijn ziel te graven, in de hoop alle wilskracht die hij bezat op te roepen. Hij verwachtte dat hij alles nodig zou hebben om zich aan het plan te houden. Hij kon niet ontsnappen terwijl ze allebei hem in de gaten hielden.

Heel even voelde hij zich echt schamen voor zijn gedrag, en het baarde hem grote zorgen. Het was veel te vroeg om zo diep na te denken. Hij haalde diep adem en herinnerde zichzelf eraan dat hij het volste recht had om pissig te worden. Zij waren degenen die bleven proberen hem als een baby te behandelen. Hij heeft er niet om gevraagd.

Jacobs maag rommelde luid en leidde hem af van zijn gedachten. Vanaf zijn ‘stoel’ in de hoek kon hij gemakkelijk het bord zien dat voor hem bedoeld was. Hij was niet van plan het ooit hardop toe te geven, maar Angelique was beter dan elke kok waarmee hij ooit in contact was gekomen. Alle maaltijden die hij tot nu toe had gekregen, waren absoluut goddelijk. Hij verheugde zich op het ontbijt, en hij likte vol verwachting over zijn lippen.

Simon maakte oogcontact met hem en liep naar de kleine jongen toe. “Je vijf minuten zijn om. Ben je klaar om te ontbijten?”

“Ja”, antwoordde Jacob kort. Hij wilde niet nog een time-out riskeren nu hij zo’n honger had. Deze keer klaagde hij niet toen Simon hem in de kinderstoel zette. Zijn aandacht was volledig gefixeerd op het stillen van zijn felle honger.

Angelique plaatste een bord met gesneden gekookte eieren, avocado's en kleine wafels op het blad van de kinderstoel en Jacob smikkelde het in een paar minuten op. Zo snel etend als hij deed, had hij nauwelijks de tijd om echt van het eten te genieten, en toen hij klaar was, spoelde hij het eten snel weg met de beker melk.

Hij liet een zachte boer, leunde achterover in zijn stoel en vroeg zich af wat ze de rest van de dag hadden gepland. Hij sloot zijn ogen en bezweek voor zijn sufheid en mediteerde over hoe hij zijn geduld zou kunnen blijven beheersen om zijn ontvoerders voor zich te winnen en zijn vrijheid veilig te stellen.
 
Bovenaan Onderaan